79 perkt gezag uitoefenden op hunnen aanhang, en vermits er, op het punt van de godsdienst, nergens in den lande onver schilligen werden aangetroffen, zoo was de toenmalige maat schappij in zoo vele sterk tegen elkander overstaande par tijen afgedeeld, als er, in de opvatting van de mannen van de kerkbeginselen te verdedigen waren. Deze ver deeldheid of liever dit voorstaan van (kerkelijke) beginse len vatte diepe wortelen in het gemoeds-leven van het volk het doortrok het gansche maatschappelijke organismus, zoo dat het niet verwondert dat men het afgespiegeld vindt op den huisselijken kring, op den gang van het openbaar be stuur en zelfs op de staatkundige verhoudingen van onze natie tot het buitenland. In zoodanig bewogentot ziekelijke uitbarstingen voorbe schikt, tijdsgewricht vinden wij Pietkr Lansbergen, in om standigheden dat hij niets meer van de kerk te hopen of te verwachten had, zich tegen den heersohenden geest aankan ten en door een onstuimig gedrag zich meer en meer den haat op den hals halen van eene partijdie magt.ig genoeg was om hem ten tweeden male ten val te brengen. Reeds vijf jaren nadat hij zich te Middelburg gevestigd had, zien wij hem in eene zaak gewikkeld, die hem in ons oog weinig tot eer verstrekte, zelfs dan nog, wanneer men haar wil vergoelijken door een zeker gemis aan kieschheid waardoor zoo vele gebruiken en zeden van onze voorouders worden gekenmerkt. Lansbergen was sinds 16-37 weduw naar en haddaartoe aangemoedigd door zijnen broeder Jacob, het voornemen opgevat om zekere eerzame matrone, (de weduwe van Elfsdijk), ten huwelijk te vragen, doch met haar niet persoonlijk in kennis zijnde, had hij haar eene reeks van brieven gezonden, waarvan de inhoud, op liet punt van lTij was gehuwd gew-cest met N. van Clootavijck dochter van Mat thias van Ci-ootwijck burgemeester van Geertruidenbergen van Hen re er if van Dommelen uit het geslacht van de Heeren van Dommelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 79