88
broeder Pieter een min of meer bedekt aandeel heeft gehad
daarbij, blijkens de acta van den kerkeraad te Middelburg, in
diens zaak met de weduwe van* Elfsdijk betrokken is geweest
en als tussclienpersoon in het bewuste huwelijksaanzoek zoude
gediend hebben dat bij in het kerkelijke tot de partijman
nen behoorde, dewijl hij, blijkens den titel van een vroeger
genoemd pamphlet, uitgegeven onder den naam van IJmant
Vclle-plooter 2), met name genoemd wordt in het geschil met
Ds. Apollonii; en eindelijk dat hij de zon van zijn voor
spoed bij voorkeuren welligt niet altijd onberispelijkop
de leden van zijn geslacht heeft doen schijnen.
Als openbaar persoon heeft hij eenige destijds waarschijn
lijk aanzienlijke betrekkingen bekleed en vermits het bezit
van stedelijke ambten en bedieningen in dien tijd in den regel
verzekerd was voor gunstelingen en voor hen die op de ver
geving invloed konden uitoefenenzoodat regeringspersonen
of de hunnen in de eerste plaats er voor in aanmerking kwa
men, zoo moeten de posten, die Jacob Lansbergen* bekleedde
in naauw verband worden gebragt met den voorspoed van
zijn openbaar leven. Hij was weesmeester en commissaris
van de bank van leening, en werd in 1643 als gemagtigde
aangesteld van het bestuur, om toezigt te houden op de
chirurgijns, die wegens grove misbruiken in de uitoefening
van hun vak, voortaan de toestemming van de overheid
zouden behoeven tot het doen van gewigtige kunstbewerkin
gen (met name het steen-snijden, de breuk-operatie en het
doen van extirpatiën) en om een waakzaam oog te houden
op de handelingen van het gildebestuur, hetwelk zich aan
omkooping en knevelarij bij het examineren en toelaten
scheen schuldig te maken 3). Men moet hierbij in het oog
Notulen van den kerkeraad ie Middelburgdato 31 December 1644.
s) Ontdeckinge der stoute practijken van Pietee en Jacob Lansbergen, om
Mr. Applony infaem te maecken en oproer in Middelburgli en elders te ver-
oarsaecken enz. door IJmant Velle-plooterFranelc. 1648.
3) Notulen ten rade van Middelburgdato 30 Mcij 1643.