96 Overzien wij den levensloop van Philïppus en van zijne zonen Pieter en Jacob, dan vinden wij er eene mengeling in van maatschappelijken voor- en tegenspoedzooals slechts eene eeuw als de merkwaardige XVIIe die kon opleveren. Wij zien henoploopend van aard vast en onbuigzaam van karakter het hoofd bieden aan den heerschenden tijdgeest, om te eindigen met er voor te zwichten en om te boeten wegens het vasthouden aan beginselen, die eenmaal den grond slag van hun leven en werken uitmaakten. Mogen die be ginselen overdreven genoemd wordendan mag toch ook niet vergeten worden dat de tijdsomstandigheden de kiemen er van ontwikkelden en hebben doen aanrijpen. Ijverige voor standers van de hervorming zijn zij eertijds van hun' geboor tegrond verdreven, en het moet hieruit physiologisch worden verklaard dat het geslacht uit gemoedsovertuiging doordron gen werd van eene zucht tot vrijheid van denken en han delen, die te krachtiger terug werkte, naar gelang de tegen stand grooter en de bezwaren die zij ontmoetten, moeijelijker te overwinnen waren. Philïppus Lansbergen en zijne zonen Pieter en Jacob zijn met dat al merkwaardige mannen geweesten is het met grond te betwijfelen of de nagedachtenis van den vader zou de kunnen gerekend worden eene nationale vereering waar dig te zijn, dan toch is het zeker dat zijn levensloop, en die van zijne zonenaanspraak hebben op eenige meerdere bekendheid, dan daaraan tot dus ver mogt te beurt vallen. Deze bijdrage moge aan de bereiking van dat oogmerk be vorderlijk zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 96