98
zeewaards uitgebragt, hetwelk ten algemeenen kosten plaats vond
en over alle de schotbare landenin die ééne watering gelegen
werd een omslag, materpenningen genoemd, gedaan en door de
waterklerken geïncasseerdom de schadewelke het water ver
oorzaakt had, te bestrijden.
Dat elke watering in dit stuk van lasten op zich zelve stond
consteert uit de waterpenningen, die a° 1518 geschoten zijn;
dezelve bedroegen in de
5 ambachten en Oostwatering12 gr. per gem.
Zuidwatering3 gr.
in Westersouburg 23 gr. f/
in Oud Vlissingen J) 20 gr.
en in de Westwatering2 schell.
C. Toen de vier wateringen van Walcheren in 1535 zich
vereenigden en onder eene algemeene directie van waterpen
ningen begonnen te komenwas er dus tweederhande soort
van schotbare gemeten in het eilandte weten
a. waterhoudende gemetenzoo als alle de schotbare ge
meten in de 5 ambachten en in de westwatering gelegen,
warenwelkegeene dijken te onderhouden hebbendealleen
waterpenningen betaalden; en
b. dijk- en waterhoudende gemetenin welken toestand alle
de schotbare landen in de Oost- en Zuidwatering zich bevon
den want dezelve moesten hunne aangewezene enden dijks
zelve onderhouden en bovendien met omslagen in de alge
meene kosten dragenwelke de enden dijksdie met ordi
nair onderhoud niet te doen hadden, vereischten.
Dus is bij de combinatie van de vier wateringen in 1535
het lot der schotbare landen in Walcheren niet direct egaal
geworden. De waterpenningen werden wel egaal over alle de
schotbare landen in de vier wateringen gelegenomgeslagen
Westsouburg; en Oud Vlissingen werden in 1518 nog als aparte polders
geconsidereerd.