HET SIEGT VAN DIJKVELLING.
MEMORIE
OYER
Aan den ondergeteekende zijn door de heeren A. de la Fon
taine, burgemeester van ter Neusen en A. J. Padlus vrede-
regter te Axel, voorgelezen de navolgende passagiën uit zeker
verioop-contractin dato 15 Junij 1598, gesloten tusschen de
steden en ambachten van Axel en Neusen ter eenre en eenige
daarbij opgenoemde heeren ter andere zijde, in welk contract
geïnsereerd staat het octroy van H. H. Mogenden de H. H. Sta-
ten-generaal van 21 Maart 1593 x) aan gemelde steden en am
bachten vergundom zekere schorren ten zuidwesten der stad
Neusen te mogen bedijkennamentlijk
1°. uit gemeld octroy zelve
„Ende alsoo by, deze dyckagie ïryniteyt-, Willemskerke- en
Loo venpoldersmitsgaders de Baandyk en de fortyficatiën van
„der Neusen seer beschut ende verlicht sullen worden in 't on
derhoud van de jaarlijksche lastige en costelyke wercken dersel-
„ver, en daeromme wel reden en naer costuyme van dyckagerecht
„is dat de gelanden van dezelve poldersin 't regard van de
„preservatie van heurlieder dykagie en de gemeene saeke van de
„verliclitinge van de heure voors. fortyficatie-werkenaan de sup
plianten dyhvellynghe betaelen, soo committeren wij mits deesen
„die Staten van Zeelandt of heure gecommitteerde raden, om,
„naer behoorlycke informatie dienaangaande, zulcke tauxatie te
1 Mede vindbaar in het Groot placcaatboekd. 2, bl. 1857.
Archief VI, 7