103
En Winkelman, in zijn Nederduitsch woordenboekzegt dat
vellen beteekent abattrecouperdemolir, faire tom.ber.
Volgens het getuigenis dus van schrijvers over onze Neder-
duitsche taal, kan het geen twijfel lijden of vettynge beteekent
die daad waarmede eene aanweziye en bestaande zaak geheel en
al vernietigd wordt en wel zoozeer dat liaar daarzijn geheel ver
nietigd of weggenomen wordt.
Dus zal dijkvelling te kennen geveneen dijk zoo af
werpen omhalenuitspreiden en met den groiul gelijk maken,
dat het geen dijk meer blijft.
2°. zal dienen onderzocht te worden of eene zoodanige to
tale velling of vernietiging van een dijk immer of ooit plaats
kon en mogt vinden.
Zeer zeker heeft dit voorheen plaats gevonden en mogen vin
den. Men behoeft tot bewijs maar in te zien het placcaat van
hertog Philips van Boukgondië van 11 Junij 1452 1). In
hetzelve zegt gemelde hertog„Hoe in tyden voorleden,
„als in onse landen voors. (daaronder begrepen Vlaanderen, waar-
„van hij graaf was) eenige nieuwe dyken geleyt ende gemaeckt
„zyn geweestom die beschermenisse ende verzeeckertheid der
„voorsz. landen tegen die zee, sommige persoonen gewoonlijk
„zyn by ons te comen ende middel te vinden van ons te ver-
„crygen die oude dycken, die sy doen slechten, breecken en bouwen
vgelyk ander land- Ende alsoo dit gebruyck grootelicx kwam
„ten swaren laste, anxste ende vreese van de nieuwe dycken,
„ende desgelyx van onsen gemeene landen, overmits dat die
„oude dycken schuldigh ende oorbaerlick zyn te blvven lig-
„geii als slapers voor die nieuwed yckenom daer te breecken
„die wateren ende die vloeden bij onweer comende uit die zee
„tegen die nieuwe dyckendie sacht ende weeck syn en niet
„haestelick vast genoech gesloten zyn om te wederstaen grote
„last van water en onwederzoo beloofde hertog Philips
Bij van Leeuwen, Handv, van Rijnlbi. 114. In het Groot placcaat'
boek vindt men het niet.