110 ik mij niet vergisin het zeer rare tractaatje van den inge nieur Manteau over liet Sassche canaal. Enteregtis denaam van Artois aan den dijk tusschen de Austrice- en Canisvliet- sche polders, door Manteau gegeven want keizer Kakel V be titelt den gemelden dijk mede alduswanneer hij spreekt van de inundatiën in de quartieren aldaar, in verbis buten den ouden lantdyckedie m.en heet den dyck van Artois, by het gat van Nieuwersluisin den ambagte van Assenede J) en dat Nieu- wersluisin den ambachte van Assenedede plaats is ver volgens het Sas van Gend genoemd is overbekend. Maar om welke rede is nu dat gedeelte van den grooten landweerdijk van Ylaanderenaan den naam van Grave Jans dijk en dijk van Artois gekomen Zonder den minsten twijfel omdat Jan van Ylaanderen, 2) Grave van Namur oudste zoon van Gui van Dampierre graaf van Ylaanderenverwekt uit zijn tweede huwelijk met Izabella van Luxemburg, gravinne van Namur en vervolgens de weduwe van gemelden graaf Jan Maria d'Artois zijn geweest de bedijkers der aangewassene schorren, welke vóór den grooten landweerdijk van Vlaanderen, ter plaatse waar men de benamingen grave Jans- en Artoisdijk aantreft, geweest zijn. En alzoo dat gedeelte van den landdijk, wel ken zij droog dijkten, aan hen, uithoofde van het recht van dijkvellingein eigendom overgegeven werdzoo erlangde dat gedeelte van dien dijk den naam van deszclfs nieuwe eigenaars Grave Jans dijk en dijk van Artois s). Dat in der daad bovenge melde Grave Jan en zijne weduwe Maria van Artois in evenge- melde plaats voorbedijkers geweest zijnwordt door eenige lezens waardige charters bevestigdbijzonder door de twee volgende 1°. Het eerste van April 1282, 4) bij hetwelk Guigraaf Octroi ter herdijking van den Cauwerkerke-St. Jacobs-en Triës t-pol de is van 1542. Het is mij onbekend of dit uitgegeven is. 2) Hist, chronol. de Flandrep. 163. Vricdius Geneed. Corn. II.3 tab. XII p. 3) Uit hoofde van geme. charters treft men nog andere Grave Jans dijken aan bij welke nu niet stilgestaan wordt. Kltjit, Cod. dipt., n°. 306, p. 849.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 114