125 h. Een tweede appointement van dienzelfden graaf Jan van Bourgondië vindt men van den 25eu Maart 1410 pour „boucher la rupture de la digue entre Slependamine et Coxy de." Ten welke einde eene lusete (inlage) moest gelegd worden aan dewelke Beooster-Eedede polder zelf waarin de doorbraak gekomen wasgeordonneerd werd te betalen 20 sols parisis Bewester-Eedede naastgelegene dijkagie moest subsidiëren met 9 sols; de naastachterliggende polders Maldegem, Moerkerke Lapscure en Stampers/ioek moesten 4 sols en Maldegem, benoorden LeijeMoerbeke bezuiden der LieveSiezele en de Brouckver der achterliggende plaatsen, moesten elk 2 sols par. per gemet contribueren. c. ;/In den jare 1505, den 20 Junij (vindt men vermeld 2) „soo waren die van de waterynge van den ouden Yvene en „die van den ouden Yevene polder, verweerders, ten vervolghe „van die van de waterynge van Gaternesse heesschers bij sen tentie van den vryen gecondempneertbij provisie en sonder „prejuditie van heurlieder recht ten principalen, als achterlig- gende polderste seccureren ende helpen tot de oncosten van „seker inlage die deselve van Gaternesse moesten leggenwelk „vonnesse oock by den raede van Ylaanderen geconfirmeert „wert op den 7 November 1508." d. De Coudeu-, Coudekerke- en Couwerkerke-yoX&eYseene dijkagie in het land van Axelleop eene der oude kaarten te voren aangehaald, ter grootte van 3500 gemeten aangewezen, was, naar mijne reeds betoogde onderstellingniet één enkele pol der maar verscheidene aanwinsten op verschillende tijden be dijkt van daar dat de rampenwelke die dijkagie van tijd tot tijd overkwamen, niet altijd op het geheele iigchaam maar op gedeelten of polders van hetzelve moeten toegepast wor den als in het bijzonder die rampwelke aanleiding gaf tot het verleenen van het octroy van 21 Januarij 1431 3). J) Placcaatboek van Vlaanderendl. III, bl. 431. 2) Grooten bouckbij den vrijen tol Bruggen°. IIIIfol. .240 241 3) Placcaatboek van Vlaanderen dl. Illbl. 434.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 129