14 Waar zulke werken bestaan worden dan ook groote diepten aangetroffenmen zag het bij de havenhoofden van l lissivgen van Neuzenvan Goes en Zierïkzee en men ziet het verder overal elders. Bestaat die diepte bij den aanleg nietdan wordt zij er als van zelve kunstmatig gekweekt. De stroom wordt in zijn loop verstoord en beperktmoet door den tegenstand opstuwenveroorzaakt groot°r verhang draait alzoo met verdubbelde snelheid en geweld om den kop heen en gaat zoo verder voort. Hij zoekt daardoor niet anders te doen dan het evenwigt te herstellen tusschen het verschil van waterstand aan de eene en aan de andere zijde van het hoofdmaar dit veroorzaakt zulke schadelijke neêrendat niet alleen de hoofden zelve, maar ook de wederzijdsche oevers, wan neer zij niet als rotsen zijn, noodwendig moeten bezwijken. Wil men hiervan een voorbeeld, dat alle andere overbodig maaktwelnu De beide veerdammen van het Sloe zijnzoo als wij weten, in 1825 aangelegd. Den dam aan de Walchersche zijde werd eene lengte tot aan het uiterste punt gegeven van ruim 200 el en dien aan de Zuid-Bevelandsche zijde, van nagenoeg 1300 el; eenige ellen meer of minder doen er niets toe. Voor den aanleg der dammen bedroeg de grootste diepte (zie de kaarten van Wijngaarden en Dekker) onder den Zuid- Bevelandschen wal slechts 2 el en onder den Walcherschen wal 5.60 el. De meerdere diepte onder den Walcherschen wal was hoogst waarschijnlijk toen reeds het gevolg van het veerdammetje dat aldaar destijds bestond. En wat heeft men nu na dien aanleg der dammen onder vonden De zoo uitgestrekte dam aan dZuid-Bevelandsche zijde had, om de zoo straks vermelde redengeducht met den stroomsaan- val te kampen en werd spoedig door val op val geteisterd. De Walchersche da7n, die zooveel korter was, hield zich beter

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 12