127
van Gend, te zarnen f 20,000 daartoe moesten contribueren.
En welke polder of parochie was 'reemdyk Het oude Fr on-
(lijk x)groot 1600 gemeten, hedijkt op het frontier van het
ambacht tegen de Schelde, of wel de dijkagie welke het front
voorhoofd, van het land uitmaakte en de woede van de Schelde
voor allen uitstond. En omdat koning Philips en die van
zijn Paden het woord bijkvellinge verstonden, zoo als het moet
verstaan worden, zoo ordonneerde men wijselijk dat alle de
achterliggende polders in het gansche eiland Axellealsmede
de cjuartieren van Assenede, Bouchoute 't land van Waas,
ja zelfs de Oudenburg van Gend het noordelijkste gedeelte van
het burggraafschap van dien naam en tegen de stad Gend aanliggen
de 3)de vooidijkagie tegen de Schelde te hulp moesten komen.
f. Dat Koning Philips en zijne raadslieden bestendig zoo
zijn blijven voortdeuken leert ons zijne overschoone Ordonnantie
en statuyt op het maken en onderhouden van de dyken in het
quartier van der Hemenranden 2C" Maart 1576 s). De heer
Sciiabp 4) heeftechter met eenige drukfeilen, dat sclioone stuk
zoo ampel uiteengezet, dat ik mij onthouden kan er veel van
te melden. Alleen merk ik op dat, behalve de ambachten van
AxelAssenecle ad f 3900, Bouchoute ad f 1350 de Ouden
burg van Genden het Land vaiï JFaas ad f 2700 bij modera
tie n.b. omdat dit reeds 1025 contribueerde aan den dijk van
Merlemont (in het land van Pluistbenoorden den polder van
Namen alle welke opgenoemden in 1572 (zie hier even
te voren) reeds in subsidium geroepen warenmen nu nog daar
bij vermeld vindt
Cf. Skinner3 Etym. in v. frontier en frontiet.
2) Zie N. Visscher, Flandriae comit. pars Orie?italis Tegenvj. staal der Oos-
ienr. Nederl. bl. 342. de l'Espinoy Recherche des antiquit. etc., p. 98.
3) Placcaatboek van Vlaanderendl. III, p. 454. Zij is meer dan eens afzon
derlijk uitgeven alste Middelburg bij B. de Later en te Vlissingen bij j. de
Payenaar en deze herhaalde uitgaveuna de regering van Philips gedaan
toonen aan welke waarde men aan dat sclioone stuk toekende.
L. c. dl. II, bl. 302—305.
s) Zie de kaart van N. Visscher Elandr. comit. pars Batava.