137
ginne af een opwas geweest zijdan wel of het met naburige
eilanden een deel hebbe uitgemaakt van eene van Holland naar
Vlaanderen doorloopende kust, kunnen wij niet beslissenmaar
dit is zekerdat het zich vroeger verder in zee heeft uitgestrekt
en dat men in deszelfs binnenste dezelfde sporen van oude
boomstammen aantreft, die men elders vindt en die voor een
hoogen ouderdom pleiten 1).
De door de zee opgeworpen duinen worden bij een vooruit
springenden hoek van het eiland afgebroken door een langen
dijk die in profil zestien malen breeder dan hoog isen daar
door met eene bijzonder zachte glooijing in de zee voortloopt.
De dijk is door zijne ligging nog meer dan andere deelen van
het strand aan de werking der zee blootgesteld, en van daar
dat er meermalen belangrijke stukken uit worden weggeslagen,
waardoor dan somwijlen de ondergrond te voorschijn treedt.
Die ondergrond is het oude eiland. .Onder een reeks van be
schuttingen, die men vooral in het jaar 1540 in tegenwoor
digheid van keizer Karel V begonnen is met kracht te
bevestigen, vindt men ééne el aangebragte klei, onder deze
de overblijfselen van den voormaligen duingronden onder dien
al weder, zoo als wij zeiden, de aarde, die weleer in den bin
nenkant der duinen gelegen heeft, toen zij een deel uitmaakte
van Walcherens bouw- of weiland. Dat dit inderdaad zoo is,
blijkt hieruit, dat men nog vóór omstreeks 20 jaren, in de
diepte aan den zeekant van den dijk, zeer duidelijk gezien
heeft eene oude sloot, die van het land naar de zee liep, zoo
als nu nog de slooten naar den duinkant loopen, en waarvan
de kantenals heden ten dagemet boomstronken waren
bezet. Zeer dikwijls worden erwanneer de zee diepe gaten
in den dijk slaat, beenderen van dieren gevonden, doch niet
van menschennimmer heeft er evenwel een wetenschappelijk
onderzoek van die beenderen plaats gehadzij worden gewoonlijk
Bij Souburg vond men zulk een stuk kienhout ter diepte van 10 elte
Goes van 6 cl.