Terwijl tot de oudste monumenten van het eiland misschien de zoogenaamde „vlugtbergen" behoorenwaarin men intusschen nooit mensclienbeenderen heeft ontdektof iets dat hun ouder dom opheldert, bewijzen de munten en steenen, dat die plaats welke wij thans strand noemen, ook na den tijd der Nelralen- nia's tot in de 13e. eeuw is bewoond geweestuitgezonderd eene tusschenpoos van ongeveer drie eeuwen (900 tot 1200). De geleerde onderzoeker dier muntende heer Macahé meende te moeten aannemen, dat de gewoonte om geld in de kisten mede te geven tot in de 13e eeuw is blijven bestaan en dat de tegenwoordige graven tot dien tijd zouden moeten ge- bragt wordenmaar dat de toenmaals nieuwe bewoners zich van eene oude begraafplaats van vroegere bewoners 500874 hebben bediend, zoodal men om kort te gaan, bij het vinden van een schedel wel mag aannemen, dat hij meer dan zeshon derd jaren oud is, maar tevens een hoogeren leeftijd of liever een langeren dood niet mag uitsluiten; immers de munten van de vroegere tijden overtreffen in aantal zeer verre die van het jaar 1200 zoodat wij ze dus, zoolang het tegendeel niet blijkt, zul len plaatsen in het Merovingische en daarop gevolgde tijdperk en gelijk in ouderdom aan vele van die, welke onlangs beschre ven zijnals afkomstig uit oude graven van Zuid-Duitschland s). Toen de begraafplaats in het jaar 1817 3) door eene com missie van deskundigen werd bezochtvonden deze haar nog zóó als zij reeds beschreven was in 1687 en wij moeten be kennen dat zij zich ook thans eveneens voordoetofschoon het waarschijnlijk isdat men toen niet dezelfde geraamten gezien heeft als nu. De lijken liggen in houten kisten; het hout is echter vermolmd en schier aan den omringenden grond C. A. ïv f.th a ax Macaré. Tweede verhandeling over de hij Domburg gevonden munten enz. Archief Zeemosch Genootschap 1856 en de eerste Verhandeling van dien heer van 1837. 2) Crania Germaniae etc. van Al. Eckër Freiburg 1865. 3) Middellntrgsche courant 1817, 6 September.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 145