144
ontstaan door ligging op zijde en drukking van den daar boven
gelegen grond. Het behoeft niet vermeld te worden dat daar
door ook eene kunstmatig ingedrukte basis ontstaan is.
Er zijn groote foramina mastoidea; de jugularia waren ver
moedelijk klein.
Het is eene sterke mannenscliedel van 40 of meer jarigen
leeftijd.
De gelaatshoek genomen langs de gehooropening en den hals
der tanden is 68° a 70°. De zadelhoekwegens de verschui
ving, niet gemeten. De inhoud vermoedelijk 1500
cub. cent.
VERTIKAAL VOORKOMEN. Asymmetrisch. Rond-ovaal en breed. Van het
achterh. been is niets te zien.
FRONTAAL VOORKOMEN. Asymmetrisch, breed, sterke bovenkaak, breed
voorhoofd, wijd uiteenslaande wangbeenderen, links één, regts twee for. supraorb.
Matige arcus.
PROFIEL. Schijnbaa* kort. Regt achterhoofd. Sterke orthognathicwaardoor
het gelaat een lomp platwoest voorkomen moet gehad hebben. Planum temp.
gewelfdde linea temp. weinig uitgedrukt. Sterke onderkaak.
OCCIPITAATj. Asymmetrisch bulteriggrootelijks door het wandbeen ge
vormd. Het breedst van boven.
BASAAL. Asymmetrisch verschoven. Inwendig vele groeven en kuiltjes maar de
zoogenaamde juga en impress, digitatae weinig ontwikkeld. Sterk, breed gehemelte.
2°. Als tweeden schedel vermeld ik dienwelke thans in
het museum van het Zeeuwsch Genootschap berustenzoo
als ik vroeger zeide, door prof. P. J. J. de Euemeky in de
verslagen der Kon. academie is beschreven en afgebeeld. Die
geleerde meendedat het een schedel zijn zou van eene aan
zienlijke vrouw, tot de bende der Noormannen behoorende die
Walcheren in vroegere eeuwen uitplunderden; een schedeldie
op hem bijzonderen indruk van schoonheid en symmetrie ge
maakt heeft.
Het hoofd is in zijn geheel met de onderkaak er bijen is
van eene volwassenefijn van beenderen en uitsteekselsook
mij komt het voor een vrouwenschedel te zijn van omstreeks
40 jaren. De tanden de voorste ontbreken gaaf, glad
afgeslepenvroeger met kalk bezeter zijn nog 17 van de