158
waarop de derde maaltand voorhanden maar de hondstand nog
niet gewisseld is;
f. een stuk bovenkaak van een volwassenende tanden
gaaf;
g. eene sterkehalve onderkaak met de maal- en honds
tanden het schijnt dat de aan de laatste grenzende snijtand
gedurende het leven is weggenomen of ontbroken heeft. Al
de tanden zijn uitwendig gaaf en van boven gladmaar de
vijf molares hebben alle van boven eene uiterst fijne opening,
die met afslijting in verband staat en bewijstdat de tandholte
op het punt is van bloot te komen waarvan later caries het
gevolg zou geworden zijn. Het been zelf is overal gezond.
He onderkaken hebben voorts de volgende afmetingen
sch. 1. sch. 2. a. b. c. d.
Hoogte tot den hals der tanden 30. 30. 35. 30. 38. 23.
Afstand van den knokkel tot
van onderen70. 58. 6S. 68. 65. 60.
Voorts heb ikten vorigen jare op de begraafplaats nog vele
stukken van schedels geziente gering van omvang evenwel
om er afmetingen aan te ontleenen. Onderscheidene waren er bij
met sterke beenderen verbeende naden en Paech. kuiltjes.
Van de vele andere beenderendie men in de graven vond
heb ik geene kennis genomen omdat zij mij alledaags voor
kwamen. Het trol' mij dat sommige geraamten vrij lang wa
ren. De bekkens waren door de losheid en verschuiving niet
voor meting vatbaar. Ik heb een zeer breeden lendenwervel
bewaard en van de vele beenderen van ledematen, die ik te
huis heb gehad, en die alle, toen zij uit den grond kwamen,
zwart waren, heb ik bewaard een dijbeen van 5053 cent.
en een scheenbeen van 4-3.
De volgende tabel geeft een overzigt der afmetingen in mil
limeters.