Schedel gevonden in den Westkapelschen dijk.
170
en volgens hem aan Franken en Alemannen zouden belmoren
die, afkomstig uit noordelijker landen, toen ter tijd in Duitsch-
land woonden en dus den Scandinavisch en schedelvorm droegen.
Intusschen naderen die schedels namelijk 18, die deze schrijver
Réïhengraberform noemt, omdat de graven even als de onze naast
elkander in den grond lagen nog meer den langvorm; immers
hun hoofdmaat (Eckeb,, Crania Germ., hl. 11) is 71 met een
max. van 75 en een min. van 67. De tweede vorm, de Rü-
gelgrabenformdie evenwel nog ouder isheeft een hoofd
maat van 79 met een max. van 83 en nadert meer tot de he
den daagsche bewoners van het Schwarzwalddie volgens 100
metingen eene hoofdmaat hebben van 83met min. en max.
van 76 en 93derhalve korthoofden zijn en zeer veel ver
schillen zoowel van de oude bewoners van Frankenland als ook
van onze oude strandbewoners.
Waren de Domburgsclie schedels talrijker geweest en had ik
daardoor met meer zekerheid tot een nationaal tjpus kunnen
besluitendan zou ik niet verzuimd hebben afdruksels der
hersenen te maken en van deze de maat op te geven. Ik geloof
hier echter te mogen eindigen en te sluiten met den wensch
dat iederdie in het bezit mogt wezen van schedels van het
zoogenaamd Oud-Domburgdie aan mijal ware het slechts
ter bezigtigingmogt afstaan, en dat het volgende tijden ge
lukken moge over deze te lang verwaarloosde graven meer
gewigtige mededeelingen te doen.
De zonderlinge schedeldie hier achter is afgebeeldwerd
volgens overleveringvóór omstreeks 80 jaren in den dijk van
Westkapelle gevonden van de diepte waarin hij lagweet
men niets op te geven en hoe die schedel daar gekomen is,
kan ook niet worden opgehelderdimmerser zijn geene an
dere graven in dien dijk ontdekten het is alzoo onmo
gelijk iets omtrent zijn ouderdom te vermoeden.