205 tot poeder, en bezit weinig of geene vaatkanaaltjes. De been cellen hebben de gewone grootte, maar zij zijn minder ovaal dan gewoonlijk en ruw van omtrek. Zij zijn talrijker aan den omtrek dan in de dieptenen de intercellulair stof is amorph, niet lamelleus. Het gewigt is 3113 2), hetgeen voor de been deren waaruit onze schedel bestaat natuurlijk veel minder ge ven zou. Gewigtdikteomvangzie laterzijn dus minder dan bij onsde aard der ziekelijke afwijking schijnt dezelfde te zijn met dien verstande nogtans, dat wel het microscopisch on derzoek tot dezelfde slotsom geleidt, maar dat de ontaarding, meer dan de onzeis eene eigenlijke eburneatio craiiii. Ons cranium toch, hoe zwaar ook, heeft nergens de hardheid van ivoor. De linea temp. is op de afb. sterk uitgedruktmaai de voorhoofdsbulten ontbrekenen de kopofschoon vollediger dan de onze, moet echter minder indrukwekkend zijn. De schedel is bekend als die van Malpighi. 2°. De tweede schedeldie beschreven en afgebeeld is maar waarvan ik de afbeelding niet heb kunnen krijgen, wordt die van Jussieu of Jadelot genaamd, omdat hij door dezen in 1799 3) is beschreven, nadat hij, stellig vóór 1755, vijftien voeten onder den grondgevonden was in den omtrek van Rheims. Het is uit de aanwezige tandkassen te zien, dat het de schedel was van een kind van ongeveer 7 jarenmaar zoo zwaardat wederom sommige geleerden hem voor een antidi- luviaanschen reus hebben gehouden. Even als al de volgende vertoont hij dezelfde afwijking als de onze, maar, ofschoon de beenderen hier en daar 2 tot 4 cent. dik zijn, weegt hij zon der onderkaak maar met al de, eveneens verdikte, aangezigts- beenderen slechts 3000 gr. De onderkaak was buitengewoon zwaar en woog minstens 445 gr. Prof. Huschke die slechts de beschrijving van Malpighi kennen kon vermeldt als gewigt 3618 gr. 2) Description d'une téte humaine extraordinaire. Paris 1799.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 215