209 nog niet bewijstclat er in zulke schedels eene afwijking in den vorm der beenelementen plaats grijpt. 9". Afgebeeld maar niet beschreven is een cranium door prof. Albers te Bonn J). De schedel was met de meeste aan- gezigtsbeenderen bijna 5 (Duitsche) ponden zwaar en is dus minder ontaard dan de Westkapelsche. Wanneer ik de afb. met onzen schedel vergelijk, dan is hij veel kleiner; de door gezaagde beenderen zouden eene dikte hebben van 22 mill, op liet dikst, maar het diploë nog niet geheel verdwenen zijn. Inwendig is de oppervlakte weder ongelijken het groot ach terhoofdsgat van vorm veranderd. Het hoofd schijnt slechts 17 cent. lang en 15 breed te zijn. Het is dus eene sclerosis zon der vergrooting. De openingen zijn alle vernaauwd. 10°. In het jaar 1859 gaf de koninklijke academie van we tenschappen in Nederlandonder opzigt van de professoren wijlen W. Vrolik en J. van der Hoeven, de afbeelding in het licht van een in 1857 te Pompeï opgegraven schedel, toen Z. TL H. de prins van Oranje deze, ongeveer 2000 jaren ver borgene stad bezocht. Het is aan die heeren gebleken dat die schedel geen gezonde wasmaar min of meer ontaard door osteosclerosis. De type was brachycephalischmaar de schedel was zwaar en sommige beenderen waren ligt gezwollen. Het is mij uit eene correspondentie met den hoogleeraar in de ana tomie te Napels, prof. Janvier Barbarissi, gebleken, dat de schedelsdie men te Pompeï vindt in dikte en afmetingen in niets van andere afwijken en dit bewijst op nieuwdat die beide craniologenzoo als trouwens te wachten wasgoed hebben gezien. De ontaarding is echter geringmen zou zeggen in beginnenden graad, en op een leeftijd van omstreeks 40 jaren. Be lengte is 181, de breedte 158, en de horizontale omvang 550 mill. 2). 11°. Eene uitvoerige beschrijving en afbeelding van een ver- Pathol. atlas taf. 26. s) Beschrijving en afb. van een te Pompei opgegraven schedelAmsf. 1859,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 219