311
gaande verre overtreft. Dat prof. H. de ziekte voor rachitis
houdt bewijst reeds de titel van zijn werk. Het spijt mij hier
i te moeten herinneren dat de beroemde man nog voor dat
dit zijn laatste werk was afgedrukt, overleed.
13°. Wijdloopiger meende ik te moeten zijn met betrekking
tot den jongstenmaar van alle het meest belangwekkenden
schedel, die in het boven aangehaalde werk van prof. Paolo Gaddi
aan mij op mijne aanvraag, door Z. H. G. beleefdelijk afge
staan beschreven is. Dit menschenhoofdwaarvan de flinke
afbeelding een allerzonderlingsten indruk maaktteregt door
den schrijver eene fisionomia, leonina genaamd, bezit tot zelfs
de onderkaak. Het is met den tweeden oolc vergrooten hals
wervel in 1863 gevonden bij de villa van S. Cassianonabij
liet dorp Baisoprovincie Beggio in Emilia of Modenaen zal
daarom in het vervolg heeten de schedel van S. Cassiano of
van Gaddi. Men vond hem met andere, niet veranderde, men-
schenbeenderen 14 meter diep in eene sedert de 11®. eeuw ver
latene christen-begraafplaatsen men sloeg er een gat in, omdat
men dacht, dat hij vol geld was.
Dit geel-bruine, ruwe, met vele vaatporiën en sleuven voor
ziene hoofd waarvan de kleur met vuil geworden gips of ver-
i scliegepelde hazelnoten vergeleken wordtheeft geene naden
i of slechts sporenbehalve die rond het slaapbeen. De schub-
naadmet vele groote stralen en sleuven is belangrijk gewij
zigd, doch volgens de afbeelding niet zooveel als in den onzen;
J van linea eminensvan de voorhoofdsbulten is niets te zien
en de, in ons geval zoo zonderlinge, slaaplijn is bijna onzigt-
baar en zoo ontbreekt ook de sterk ontwikkelde spierlijn aan
het achterhoofd van den Westkapelschen kop.
Het zware, met vele in ons geval ontbrekende vaatgroeven
voorzieneos frontis drukt als een gewigt op het gelaatde
lijnen aan het achterhoofd en de knobbel schijnen niet sterk
te zijn. De schubben zijn verdiktde tepels sterk vergroot
het verdikte jukuitsteeksel is S-vormig geworden, en hierdoor,
en door het enorme jukbeen is de slaapgroeve naauwelijks 8