222 Indien wij aannemen, dat de groote hoeveelheid organisch stof, die de heer de Ligny in de bevuilde laag van het dunm cortikaal stuk vond, niet geheel aan dat vuil is toe te schrij ven maar voor een deel aan de daar ter plaatseook doo hét microscoop aangewezenetalrijke overblijfsels van organi satie, dan- zou dat deel van den schedel ons herinneren aai het hoofd van Otto en Malpighi, terwijl de analyse der spons achtige zelfstandigheid en der eigenlijke kalklaag ons den over gang voor den geest roept tot die van Jadelot, Hijschke en S Cassiano zoodat wij dus met die waarnemers moeten aanne men dat onze schedeldie ook het midden houdt tusschei die van Malpighi en S. Cassiano, zoo ontaard is, omdat hel beenweefselintegenoverstelling der vochtenin liooge mate ge durende het leven er in was toegenomenmaar wij moeten vai den anderen kant er opwijzendat de analyse van onzer schedel sommige, vroeger gemaakte redeneringen, omverwerpt. Men heeft namelijk op de groote of ook wel op de gerings hoeveelheid koolzuur gewezen, met betrekking tot de phospli. kalkmaar in onzen schedel was bijna geen koolzuurzout aan wezig en in dien van Jadelot zeer veeleen bewijsdat de analysezoo vele eeuwen na den doodeen gevaarlijk middel is om eene zoo weinig bekende ziekte te verklaren. Ik moei bovendien herhalendat de minstens acht eeuwen oude, maar normaleschedel van S. Cassiano die met den ziekelijk ont aarden in dezelfde oude begraafplaats gevonden werd, bijna, ja wij durven wel zeggen, dezelfde zamenstelling had, als de ziekelijkeeene gelijkheiddie alleen uit den ouderdom te ver klaren is. Want hebben die eeuwen ingewerkt op den gezon den zij zullen ook wel van invloed geweest zijn op den zie- kelijkenen zagen wij bij onshier en daar in de subst. spong., stukjes als het ware in kalk veranderd, even als men dat wel bij andere zeer oude schedels zietdan kunnen wij niet nalaten om te doen opmerkendat dan ook noodzakelijk de tijd van invloed zijn moet op de analyse der overigenog niet in kalk vervallene subst. spongiosa en waarom dan ook niet --

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 232