226
komt. De verhooren der wederdoopers voor den bailliu dei
stad Middelburg heb ik dan ook in hun geheel medegedeeld,
III. twee tolio banden kerkelijke zaken n°. 74 en ïs
in het archief der stad Middelburg.
In deze banden is veel merkwaardigsvooral ten aanzie
van de geschiedenis der hervorming in Vlaanderen. Mr. S. m
Wind heeft den heer Blaupot ten Cate extracten en copiëi
laten nemen van hetgeen de 2de dezer banden ten opzicht
der doopschgezinden bevat J). De eerste band n°. 74 -
schijnt echter aan ten Cate onbekend gebleven te zijn ei
het kwam mij niet onbelangrijk voor zoo niet de stukke
in hun geheeldan toch den hoofdinhoud mede te deck
van hetgeen ik in beide banden hieromtrent vond.
IV. een band met geschreven stukken uit de xvide e
xviide eeuw in het bezit van mr. M. F. Lantsheer.
V. Protocol vander vierschare der stede van Vere.
In deze akten ten stadhuize alhier berustende vond ik -
voor dit onderwerp althans weinig merkwaardigs. Enkel
aanteekeningen echter vullen aan wat van elders onvolledig bt
kend was. Even weinig boden mij de
VI. registers der criminele zaecken te Vere.
Twee registers dat van 151452 en van 15521660 -
heb ik gebruikt. Zij berusten op het stadhuis te Vere. Ht
is mij nog niet gelukt de examinatiën op te sporen die in v«
van Iperens tijd voorhanden waren en waarvan hij die va;
Joos Joossen heeft uitgegeven in zijne Redewoerivge ter gedij
tenisse der afwerpinge van het Spaansche juh te Veere.
Het rijke archief zoo der provincie als der gemeenten i
echter hiermedevoor de geschiedenis der hervormingzefe
niet uitgeput. Latere en meer zorgvuldige onderzoekinge:
kunnen nog veel in het licht brengen en indien ik nu reed
het gevondene mededeeldan is dit eensdeels omdat dei
1Blaupot ten Cate, Geschiedenis der doopsgezinden in Holland, Zeekfi
en UtrechtI, bl. 4, 5.