229 daer een wylen tyt gevangen gelegen hadde, tsamen voerde vuyt Middelburch naer Rammekens liavene omme de zelve aldair schepe te doene ende zoe vooren nair Vulvoirden, van welcke twee aldair te bi'ingenne de voirs rentmrë betaelt heeft etc. De stadthoudere met zyn dienders hebben gevaceert gaens ende commende vier geheele daegen omme gebracht te hebbene de voir- noemde twee gevangens van Middelburch tot Vilvoirden. Ende de zelve aldair gelevert den casteleyn van t slot van Vilvoirden vol gende 't scryven van myne gë vrë etc. Betaelt Daniel Broesbeke duerwaerder etc. omme gescreven te hebben in presencie van burchmrs eïï seep van Middelburch een in ventaris van heere Adriaen Cordatüs 's priester goet als oock van zekere inquisicie bij hem gedaen van den goeden van den zeiven heer Adriaen die versteken waeren by diversche parsoonen. In een brief, door Gr. Noviomagus (Geldenhauer) in 1514 aan zijn vriend Seb. Civiacinus geschrevenvindt men over Adriantjs Cordatüs liet volgende 7/sunt Mittelburgi ji amici mei duoquorumalter est Hadrianus Corda- ii tus maecenas mens liberalissimus eruditione et modestia nemini postponendus 1)." Voorts schrijft Alardus Amstelredamus in 1520 uit Leuven aan Joh. Valeolaetus te Middelburg: II- „liid scias velim, lepidissima Cordati carmina nuper ahs te mihi „exhibita, modis omnibus arridereadeo plautinam resipiunt eloquentiam adeo fluunt, adeo vivunt ut quoties ad ea re- ucurrorecurro autem frequenter, eor mihi, quam nescio ludi- „cram ludit artem. Obsecro teproximis bacchanalibus, una „cum Cordato, amico plane pyladaeo nos in visas Een epi gram van Cord atus is te vinden in'H. Barlandtjs, Hist., p. 272. Reijgersbergh noemt hem in de voorrede zijner kroniek onder de schrijvers van wier boeken of geschriften hij zich bediend heeft. Op dit alles vestigde reeds de la Rue 3) de aandacht. Het is vreemd dat van den in zijnen tijd beroemden man zoo weinig H. Barlandtjs, Hist., p. 262. Scriverii Bat. illustr., p. 140. ■2) H. Barlandus, Hist., p. 314. 3) Geletterd Zeeland2drulc, bl. 538. Archief VI. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 239