334 „navire et les faire noyerque de les tous decapiter ou brusler" beeft de raad der landvoogdes alleen deze aanmerking„que les plus coulpables seront brusléz et les aultres noyez a la discretion du con- seil." Nevens het artikelCeulx de Hollande demandent estre assistez et si monsf de Hoochstrate leur lieuten n'etait disposé de povoir venir que on y envoye quelque aultre bon personnaige d'auctorité avec le prevost des mareschaulx a compagne de trois eens hommes si tost qu'il sera possible. Car l'afl'aire requiert haste et celerité" schrijft hijQuant a Palier de Mr. de Hoochstrate en Hollande elle est tres necessaire pour accelerer la justice et en attendant sa venue il „y envoye Mr. de Cornets le prevost des mareschaulx acompagné de cent hommes pour commencher. (Het laatste artikel vindt goedkeu- „ring): Et ont les dits du conseil mandé partout aux villes denulluy laisser passer s'ils n'apportent enseignement, dont ils sont ou qu'ils soient cogneuz. Pour la multitude de ceulx qui viennent du coté de zuyden." Archief der stad Middelburg, kerkelijke zaken, 74, n°. .31. Copie van een brief van den graaf van Hoochstraten aan den rentmeester van Zeeland Bewesterschelde. Geschreven in den Haag op den 11 Juni 1534. Toezending der beide volgende plakkaten. 1. Plakkaat van den keizer tegen de Melchioriten of Ana baptisten. Gegeven den 6 Mei 1534. Het plakkaat komt in de hoofdtrekken overeen met den brief dei' landvoogdes van den 16 April. De keizer beroept zich op zijn plak kaat van den 27 Eebruari, waarin hij vergiffenis toegezegd had aan allen die waarachtig berouw hadden. Dat plakkaat was echter ton- „rechte verstaen" alzoe veel van onze ondersaten en andere inge- seten van hollhë vervordert hebben te vergaderen en in gro- ten getale vut onzen voirz. lande mit macht te treckenen 't zelve „belet zvnde dat noch eenige hë vervoirderen by nachte en ontyde die schamele ongeleerde luvden te bedriegen." Hierom herhaalt de keizer zijne belofte maar tevens zijne gestrenge strafbepalingen. 3. Plakkaat van den keizer, gegeven te Brussel op den 10 Juni 1534. Aan Adolf Herdinck rentmeester en allen die met de rechtspleging in Zeeland belast waren. En gepro- mulgeert op den 19 April 1535.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 244