26 Nadat dan ook in de drie eerste titels de wijze van opne ming van aanbesteding en van uitvoering der te verrigten her stellingen aan de dijken zijn geregeld, wijst de vierde titel de middelen aan om de kosten daarvan te dekken. Elke aan zee gelegen polder moest fr. 13 per bunder betalen de daar ach ter gelegene polders, voor dat jaar, fr. 8,66 en de gedeelten van het kanton Sluis Oostburg IJzendijke AxelHulst St. GillisLoochristiCaprijk en Assenededie als pol ders beschouwd en weder in drie deelen werden gesplitst fr. 4,33. Als maximum was voor de aan zee gelegene polders vastgesteld de helft van de zuivere opbrengst der landen; het meerdere werd betaald uit de caisse de secours. Hiertegen verschenen de Bemerkingen van acht proprielarissen in ach terliggende polderswaarinom van de bijdrage verschoond te worden, een beroep werd gedaan op het oude regt van ltijkveiling of Dijkvelling. Het schijnt evenwel dat hunne zienswijze geen ingang vond. Bij de wet van 29 Floréalan X J), werd wel eene subsidie van fr. 500,000 toegekend, doch de polders moesten van hunne zijde gelijke som opbrengen. In eene briefwisseling, die hieruit tusschen den heer van Citïbiis en den notaris te Neuzen A. de la Fontaine ontstond, werd door eerstgenoemde zijn ge liefkoosd denkbeeld aangedrongenomnaar het voorbeeld van 1Bulletin des luis n°. 1622.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 26