322 der meevaten voorgeschreven vindten daarbij het verbod on andere vaten te bezigen dan van goed droog eikenhoutli voorkeur Amerikaansche tabaksduigenmaar geen wagenschot noch greenen of vuuren duigen, „als hoogst schadelijk vos „de conservatie der meekrappen," dan treft men ook hierii niets nieuws aan; want ook bij de keur van 1480 was vort en grondstof der balenwaarin men tot in het laatst de XVITe eeuw de meekrap verhandelde, in bijzonderheden vooi geschreven x). Merkwaardig mag het genoemd worden, voor eerst, dat het verbod door de Staten-Generaal der Yereenigi Nederlanden, den 17 April 1624 2) uitgevaardigd tegen lit naar buitenslands uitvoeren van kiemen van ongedroogde woi telen van meekrapof van werktuigen tot de meecultuur dier stig, tot in 1819 heeft bestaan; in de publicatie van 180 wordt er nog aan herinnerd met bedreiging van boete e confiscatie tegen iedere overtredingen ten andere dat er get tak van nijverheid is aan te wijzen welks wettelijke regie reentering zóó oud is en zich zóó lang heeft staande gehoudej zelfs nog een halve eeuw nadat de gilden hier te lande ware opgehevenals die van de meekrapbereiding. Eerst in 181 werden bij het Kon. besluit van 21 Januarij (Staatsbl. n°. 5) alle verordeningen, reglementen en instructiën op dit onder werp ingetrokken en buiten werking gesteld. Die verordening!! belmoren dus thans voor goed tot de geschiedenis. Doch juis uit dien hoofde vermeent uwe commissie, die in 1859 doe dat genootschap werd uitgenoodigd tot opsporing van oorsproi kelijke stukken geschikt voor algemeene bekendmaking in lif Zie art. 10 eu il van onze keur. Volgens art. 6 moeten alle bak „alleens gelijke tusschen vier garingen" worden gemaakt. Dit woord, waarvo men in het plaoaat van 1699 garnieren gebruikt vindt beteekent denkelii de teenen of touwen waarmede de balen werden zaamgebonden en digtgeraaa's Het kan afkomstig zijn van garnir 't welk volgens Ménagk Dief. étym.' la langue frang. van het duitsch ivaren of bewahren garder ou conserver,- afkomt. 2) Groot placcaatboek d I, bl. 1164

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 332