36
wordt van gemelde vroonen of vrije landen dit beding gemaaktJ)
Voirt sullen wi (graaf van Zeeland, die maar de eene helft van
het schor verkocht had) hebben die helfte van den vrijen lande
dat men in den voirsz. lande bedyken. sal ende die ander
helfte 3) sullen behouden die goede liede die bewisen moghen dat-
tet hoir is.
b. De polder van Doorlo een aanwas aan het ambacht van
de stad en den lande van Tholen. De uitgever van den aan
was bedong in den uitgiftbrief van 1373 [1374] s) het vol
gende Ende des sullen wy hebben dat vyfste ghemet landts vry
van alle dychagiën ende van alle sluisgelden.
c. De polder van Noordgouweeen ambacht annex het land
van Schouwen als aanwas van Dreischor in 1373 ter bedij
king uitgegeven. In den uitgiftbrief 4) werd bedongendat de
eigenaar van den aanwas voor zich en zijne nakomelingen dat
vijfste geniet, lanis vry van allen oncosten behouden zoude. Noord-
gouwe is thans groot 1382 gemeten, dus het bedraagt 276
gemetenwelk getal vroonen in Noordgouwe nog heden exte-
renvolgens de hieronder aangehaalde stukken
d. De polder van Sunnemavreinsgelijks een ambachtan-
Miekis Chartert. II, bl. 818.
2) Andere helft. Was accres van de vierbannen zie Memorie over de schor
ren f. 22 23.
(Hiermede wordt bedoeld de adstructive memorie over het regt van eigendom,
op alle aangewassen schorren en op alle voorheen bedijktemaar thans wederom
verdronken gronden in het departement der m.onden van de Scheldecompeterende
aan de bedijkers der ambachten en polders aldaar enz., welk stukin het jaar
1811/12 door den heer Verheije van Citters opgesteld en door hem en den
heer J. H. Schorer is ingediend).
3) Mieris III, 277. Deze vroonen in den Doorlo-polder exteren niet meer,
waarvan de reden lager zal worden aangewezen.
4) Mieris III, 291.
sMissive rekenka?ner van 20 Dec. 1791 en de Insertiën der St. Not., fol.
16. Vergelijk: Grootte van alle de polders van Zeeland, te vinden in de St.
Not. van 1752, achter de Pointen van beschrijving van de?i 26 Junij.