4 noordwestkust van Zuid-Beveland of wie weet niet hoemen daar onverpoosd dagen en nachtenin ruw wedermet afwis selende kansen van winst en verlies onder hoop en vrees met de grootste krachtsinspanning heeft moeten worstelen om de gevaren te boven te komen en de polders of achtergelegen inlagen voor overstrooming te bewaren? En al heeft nu hier de volharding het werk bekroond en al zijn nu hier de wakkere verdedigers zegevierend uit den strijd gekomen en al is nu hier de kernspreuk Lucior et emergo, die wij als Zeeuwen in ons wapen voeren in volle mate be waarheid de vraag blijft bestaan: of men wel altijd zoo ge lukkig zal zijn en of men nog niet weder tf eeniger tijd, even als in vroeger dageneen groot gedeelte van onzen dierbaren bodem aan de zee zal moeten prijs geven? Men heeft, vooral sedert het laatst der vorige eeuw, wel vele pogingen aangewend en vele middelen beproefd om deze af schuivingen op wetenschappelijke gronden te keer te gaanmen heeft daartoe wel kostbare werken aangelegd en schatten besteed, doch de aangehaalde gebeurtenissen en nog zoo veel andere die men zou kunnen opnoemen, bewijzen maar al te zeer dat de kunst van oever verdediging nog tot geene volmaaktheid is gekomen. De aangelegde werken tot verdediging der oevers mogen op zijn hoogst genomen aan vele polders den achteruitgang eeniger- mate hebben vertraagd, zij hebben aan den anderen kant, op verschillende punten zulke alleronregelmatigste oevers in de plaats gegeven dat eene goede verdediging daardoor hoogst moeijelijk is geworden. Men behoeft daartoe slechts het oog te slaan op de kaarten van de kust van Stavenissevan de Vliete- en van de Wilhelmina- en Oost-Bereland-polders. Mij dunkt het is dus wel der moeite waard dat wij die ge- wigtige aangelegenheidja ik zou haast zeggen die levensvraag voor ons gewesteens wat van naderbij beschouwen. Het ge nootschap heeft meermalen, door de uitschrijving en bekrooning van prijsvragen, over dit en dergelijke onderwerpen, getoond daarin een levendig belang te stellen en ik durf mij dan ook vleijen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 3