41 wetten en gewoonten van Zeeland nagaat. Welke wetten en gewoonten in deze materie niet geïntroduceerd zijn luhüu Priu- cipisof door overmagt van overheerschinggelijk elders in Eu ropa plaats vondmaar allen haar oorsprong vinden in eene sterflijk erfleen was, door het geslacht van Brigdamme en van Borssele van Brigdamme, te zamen bezeten tot het jaar 1468; wanneer, bij afsterven van den heer Adriaan yan Borssele van Brigdamme, het huis Popkensburg met de 160 gemeten vroonenals een onversterfelijk erfleen is overgegaan op Anna yan Borssele, vrouwe van der Veere, en door haar nazaten is bezeten geworden tot 1566, toen hetzelve huis bij koop verkregen werd door het geslacht van Thuijl van Serooskerke, vervolgens door dat van Fourme- nois en eindelijk door Boudaen; maar het ambachtals een regt Zeeuwsch leen aan den graaf vervallen zijnde, is door hertog Philips van Bourgondië a°. 1468 geschonken aan zijnen bastaardzoon Boudewijn van Brigdamme, wiens nazaten het bezeten hebben tot 1612, wanneer de stad Middelburg hetzelve bij koop verkregen heeft, welke stad Popkensburg, gezegd St. Laurensa°. 1679 we derom verkocht heeft aan den heer Joiian Boudaen Courten, in wiens per soon op deze wijzehet huis met de vroonen wederom met het ambacht is ver- eenigd geworden en onder zijne nazaten tot heden toe gebleven. Anna van Borssele hier boven genoemdwas de achterkleindochter van Wol- phert en Hadewich van Borssele, en Hadewich de zuster van Jacob Adri- aan's vader, welke Hadewich en Jacob kinderen waren van Claas van Bors sele, a°. 1401 heer van Popkensburg. Zie: Ruisch de Bruin, Ms. Gen. v. Borssele. Al het eigendom van den ambachtsheer in het ambachtwas een gevolg van hetzelve; dit vindt men onder anderen bewezen uit de perceelen onverst erfelijke erfleenendie in onze ambachten gevonden worden en dus leen in leen zijndaar de ambachten zelve leenen zijnals het huis en goed of de vroonen te Sandijck3 a°. 1282, Mieris, I 428. Cruiningena°. 1822, II, 313. Brydorpea°. 1324, II, 347. Lodijca°. 1365, 111,177. Boelvoordea°. 1386, III, 443. Popkensburg, a°. 1401III, 750. Oosterstein a°. 1410, IV, 159. Waarschijnlijk ook het huis te St. Maartensdijk, hetwelk met dat dorpken daaraan gelegenalle dat eggen erve met boomgaarden enz? een apart leen in het leen van St. Maartensdijk uitmaakt. Zie 2e. Cohier van de goede leenen B. o. Sell., fol. 9.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 41