50
van den vrijdom dezer 591 gem., 124i roed. moeten aanwij
zen zijn in 't kort de navolgende ten noorden van de
oostwatering en aan de overzijde van de Waal, waste een schor
op, hetwelk aan de abtdisse van Rhijnsburg, in Holland, toe
behoorde Deze erlangde anno 1251 van den grave van
Zeeland octroi ter bedijking, zoo als plaats vond. Het be
dijkte erlangde den naam van goede polderen werd uithoofde
van de bedijkster, het rem- of rkijnsburger ambacht En
daar hetzelve vastgehecht werd aan de watering van de vijf
ambachtenzoo sorteert heden nog de goede polder onder ge
melde vijf ambachten welke water-ring met eene opmerkelijke
lengte van ruim 700 roeden en van maar 90 roeden breedte
voor en thands, na de latere aanwinst van den Lieve Vrouwe
Polder, tusschen de oostwatering, heen schiet. De Waal, welke
in 1251 bezuiden den goeden polder heenliep en denzelven van
de oostwatering afscheiddemoest door eene zoodanige bedij
king, aan deszelfs noordzijde gedaan, notoir op-en toeslikken
waardoor de oostwatering en vijf ambachtenliier ter plaatse
aan elkander gebragt werden. En om de 591 gem., die tus
schen beide in en tegen de Waal aangewassen waren te be-
verschenhad men niet anders noodig dan om een sluitdam
aan de oostzijde te leggen, welke, om dat het schor riekte, de
riekend am.thands de riekebunrt genoemd werd s). De 591
gem., 124 A roed. zoodoende beverscht geworden, hadden ten
westen ten noorden en ten zuiden geen onderhoud van dijken,
maar vonden zich alleen belast met het onderhoud van den
riekendamwelke last zoo lang geduurd heeft tot dat voor
Kluit, Cod. dipl., n°. 135, p. 506 en n°. 180, p. 598.
-) De noorddijk van dezen goeden poldev exsteeit nog. En deszelfs zniddijk
thands overgehaald is op het terrein nog zigtbaar.
Men gelieve zich te figureren dat, tijdens deze sluiting, de Waal tusschen den
overdam en waalecootsen weg reeds toegewassen was. Die omstandigheid is
op ons kaartje niet aangeteekend, dewijl dit de aanwijzing der tusschenkanalen
zou verduisterd hebben.