60 Tholen, in welke kanalen die partijen gehayed lagen voor der- zelver totale toewassing. Maar allernotabelst is ten dezen de oude Stryensche polder in het laatstgemelde eilandopgewas sen in de vorige rivier de Stryenwelke het eiland Tholen oudtijds doorsneden heeft. In die riviertusschen de dijken van Schakerloo en Poortvlietis de polder van Oud Stryen bedijkt en dit alleen door het leggen van twee dwarsdijken door die rivier heen. Wanneer nu vervolgens de noorddwarsdijk door den polder de 1500 gemeten en de zuiddwarsdijk door den nieuwen Stryenschen polder waren droog gewordenzoo is de polder van Oud Stryen geheel bevrijd geraakt om aan eenig dijksonderlioud te moeten contribueren, gelijk dezelve heden zich nog bevindt 1). Met dit gededuceerde vertrouwt men dat volkomen de ge grondheid van het vastgestelde in het hoofd dezes aangewe zen is namentlijk dat Vroon- en leenlanden hunnen vrijdom erlangd hebben uit hoofde van de contracten, tijdens de beversching der polders, tusschen de eigenaars der schorren en de bedijkers aangegaan. Tlayman of vrijlanden dit voorregt erlangd hebben door hunne plaatselijke opkomst en een bijkomend toeval. Dus kon men hiermede volstaan en rekenen dat de opgegevene vraag beant woord wasmaar men oordeelt dat het niet te onpas is ten slotte dezes aan te toonen 1°. de overige soorten van vrijlandenwelke in Zeeland boven de reeds verhandelde nog gevonden wordenen 4) Grootte der polders van J752, meer clan eens aangehaald. In welk stuk de oude Stryensche polder, als of dezelve geheel vroon zoude zijn, voorkomt. Eene omstandigheid welke niet bestaan kan want als het geheel vroon wasin dien zin als vroon te voren bl. 84 en volgg. geëxpliceerd isalsdan zouden in dien polder geenc schotbare landen hebben geêxteerd en de dijk door geene gemeten oricler- houden geweest zijn hetwelk eene onmogelijkheid iu zich sluit. Diens volgens heeft de benaming vroon in het stuk van 1752 gelijk reeds bl. 39 not 4 is aan gemerkt eene generale beteekenis van vrij te zijn van het dijkonderhouden in dezen Oud Stryenschen polder moet aan hayman of besloten landen gedacht wor den, gelijk hierboven in den text betoogd is

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 62