75 Dat toch als men eene pro memorie gesteld had om de onvoegzaam heid der belasting van vroonen en vrijlanden aan te wijzenmen de opgegevene voorbeelden hunner casuele belasting zou hebben toege licht; zoo is in Walcheren de 1 per gemet in de 17°. eeuw op dezelve gelegd, voor een jaar, ten minste zeer kort geweest, en de negen stuivers, in 1791 op dezelve gebragt, zijn niet geweest voorliet dijkgeschotmaar voor de sluis aan de dampoort. En wat de voor beelden van 's Heeren Jansland en de watering van Ellewoutsdijk betreft, in welke polders het onderscheid tusschen vrij en schotbaar is weggenomen zoo is dit niet geschied door het gouvernementmaar bij vrijwillige overgifte van partijen, die welligt een gelijk belang in vrije en onvrije gemeten hadden. Ten minste in Dreischorre is dit stuk in confessoaldaar waren de domeinen van Zeeland eigenaren van het meerendeel der vroonen. Ten einde den polder niet te moeten subsidieeren, maakten de heeren Staten hunne vroonlanden schotbaar, maar de heeren Staten deden dit niet met de 60 a 70 gemeten vroonen die door anderen bezeten werden welke vroon bleven en het op dit oogenblik nog zijn. Aan de deugdelijkheid van den vrijdom der vroonen en vrijlanden in Zeeland is nooit getwijfeld en zooveel ik weet, is dit stuk in judicio nooit gecontesteerd. Het proces in 1566 voor den hoogen raad van Mechelen geventileerd over de vroonen in het ambacht Pop- kensburg, later St. Laurens genaamd, was niet over de vraag of de vroonen vrij waren? maar of de -160 gemeten ah origine vroon bedon gen waren? en het geding in de zeventiende eeuw over de vroonen in West-Souburg was eveneens. Ettelijke gemeten vroon aldaar ver loren den vrijdom omdat de possesseurs dit niet bewijzen konden maar die, van welke het bewezen is geworden, zijn lieden aldaar nog vroon; kortom dit en vele andere eigendomsregten zijn aan Zeeland eigen en deugdelijk verkregenuithoofde van de wijze waarop de provincie uit de zee gewonnen is. Uit dien hoofde hebben wij bijzon dere wetten en keuren gehad en onze brave vooroudersdie van die zaken au fait warenhebben ook daarom altoos op zichzelven willen blijven staan en zich met de overige provinciën niet willen laten amalgameerenhetgeen nu daar zijnde, door diegenen, die dat oude verstaan en daaraan op goede gronden gehecht zijn betreurd wordt. Met ware hoogachting enz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 79