78 deszelfs vorige gemetgetalen gegeven en die hoeveelheid in for- men van veelhoekige regtgestreepte gestalten (formac irregulares) aan elk der geïnteresseerden toebedeeld. Is nu elk am bacht op zich zelf een opwas geweestrondom in het water gelegenzoo vloeit daaruit per se voort dat hetzelve een zee weer onder eigene directie heeft moeten hebbengelijk de am bachten in 't land van TholenZuid-Beveland, kwartier van Borselen beoosten den Yve Zoom en elders dit aanwijzen. Daar bij beslist het onderscheid van de ambachten in gemeten bij der breedte en steen-schiet ens dit stuk volkomennamelijk dat elk eene bedijking op zich zelf, met meer of minder ge vaar en kosten gemengdmoet geweest zijn. Hoedanig die be dijkingen waren is niet noodig te onderzoeken; van dezelve kan ook niets met zekerheid bepaald wordendenkelijk zijn het niet meer dan zomerbekadingen geweestwelke men tegen den win ter verliet, om zich op de duinen te retireren. Daarbij zijn de oudste partijen in Walcheren en Schouwen tegen en onder ge melde duinen aan- en opgewassen, in eeir tijdverloop van 10 a 11 eeuwen zoo zeer met zand overstuifddat het terrein weinig of niets aan de hand geeft om daarnaar eenige recher ches te kunnen doen. Doch er is een zeker stuk voorhanden, zijnde een zeer ampel geding en uitspraak tusschen de am bachten van het nu verdronken deel van de oostwatering van Zuid-Beveland, uit hetwelk kan opgemaakt worden dat de uitgegeven opwassen of ambachten, van lieverlede tot en aan elkander gekomen zijnde, zich te zamen om des profyts wil Geding tusschen den abt van den Does c. s. ca. de ingelanden van de vier prochien Brouck CrekeSteenvliet en Michole, a° 1464. (4C Memoriaal van Zioietenfol. 203 verso, 206, 272 verso, 275 315 en 316. 5e Memo riaalboek fol. 26.) Decisie des Hooffs op dje geschillen enz. roerende het con tribueren tot den dyckaedzen van beoosten Ier sick ed°. 19 Oclv. 1465. Me morievan sententien litt. H, n°. 39, fol. 6278 vso.) Stukken zeer verstaan baar als men de oude situatie aldaar weet en tegen bet belangdat de provin cie daar tegenover ambachtsheeren heeftniet ingenomen is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 82