81 te onderhouden 1)." Ja dat voorregt regeert nog heden ten dage in het algemeendat is over eene gansche dijkagewan neer er eene andere voorgedijkt wordt. Zie Staten notulen a° 1767, fol. 17. Op zoodanige wijze als hiertoe gezegd is, heeft het eiland Walcheren zich insgelijks geformeerd. Het is eerst bij partijen, elk met meer of minder gevaar en kostenbedijktgelijk het onderscheid tusschen breedte en steenschietensin elk ambacht verschillende, aanwijst, welke zich vervolgens in vier waterin gen vereenigd hebben. Maar dit is niet op een en denzelfden tijd geschied en de wateringen hebben van den beginne af de grootte niet gehad, welke zij 'tegenwoordig hebben. Dit laatste blijkt duidelijk, wijl er ambachten zijn (SerooslcerkeGrijpskerkeBol- lingePoppendamme en Zoutelande)welke in twee wateringen liggen en dus notoir, nadat de wateringen zich reeds geformeerd hadden, tusschen dezelve van weerskanten zijn opgewassen. De oudste der wateringen is buiten twijfel die van de zoo genaamde Vijf ambachten ook wel eensmaar laatde Noord- watering genoemd. De naam van vijf, daar er nu elf ambach ten in gelegen zijngeeft al aanstonds te kennen dat er eene vergrooting heeft plaats gehadwelke ik nu niet aantoonen zal, maar alleen melden de plaats in welke dat accres heeft plaats gehadnamelijk in de Sootéé ('t ziedende of kokende wa ter) zijnde eigenlijk de Scheldemaar uithoofde dat het water tegen de zuiddijken bruiste, schuimde en als 't ware kookte, Sootéé genaamden vervolgens, toen hetzelve door de uitdeijing van deze en de nadering der andere wateringen enger gemaakt werdonder den naam van de Swaa en Swalinge bekend ge raakt. Van deze watering vind ik de oudste meldiug eerst in gemelden brief van 1293 3), maar deszelfs bestaan kan 3 a Vgl. de Instructie voor dijkgraaf en gezworens dd. 9 Sept. 1593. Proce deren int bedrijven van de caveldijlcen en jaardgken 1 in fine alwaar van „den eygenaere van lande die zulks aanging," gesproken wordt. Bij Mieris 1 554.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 85