83
polder op zich zelf uitmakende, welke volgens eene acte van
21 Augustus 1518, berustende onder de originele stukken ter
griffie van de Staten van Zeeland, met de Westwateriug //gold
,/in de omslagen van die watering van hetgeen daar om
geslagen werdin welk J het ambacht Vlissingen (hetwelk
a° 1559 bij de volgende Westwatering gevoegd isen vroeger
een opwas in den mond van de Wijtfliet was) wederom droeg J)
zoodatingevolge gemelde actewanneer de landen in de
West watering moesten schieten 16 stuivers, die in Westsouburg
lagen, 14 en in Vlissingen, 12 stuivers per gemet gaven.
De vierde nog overig blijvende is de Westwatering, door
de SootééBottinge en Wijtfliet van de andere afgescheiden.
Van dezelve heb ik in oude brieven geene sporen gevonden
en het komt mij zeer waarschijnlijk voor dat dezelve maar
zeer laatin vergelijking met de vorigezich heeft kunnen forme
ren want elk der oude ambachten in dezelve gelegen, lag
van de andere gesepareerd door zware kanalen s)zoo groot
dat zelfs nieuwe ambachtenin dezelve ojigewassen zijnals
SpintWellincwerveWestmonster en Beveren ambachtin
welke latere opwassingen de rede der vrijdommen van de zoo
genaamde liayman- of vrije lauden binnen deze watering gelegen
te vinden iswant deze nieuwe ambachten schoten voor den
ouden caveldijk heenmet welks onderhoud vele landen in
Koukerk en eenige in 't ambacht den Heiman belast waren en
daardoor van dien last, gelijk boven ampel gezegd is,, vrij
raakten en de nieuwe ambachten zelve konden ten dien opzigte
nooit in consideratie komen.
Deze vieraldus op zich zelve staande ligchamenzijn ein
delijk door toeslikking der binnenkanalen tot een geheel ge
worden en hebben, gelijk in het antwoord op de 3" vraag ampel
1) Verdere aanwijzing geeft de copie, geschreven met de hand van den raad
pensionaris Caspek van Citteks mij niet.
2) Andere eilanden van Zeeland waren ook door kanalen doorsneden zie
over Zuidbeveland v. d. Spiegel, Satisfactie van Goes, bl. 145, 146.