12 dan waarschijnlijk drie van deze stukken aan den linkervleugel meden am. En weg was daardoor weder de goede verwachting die men zich van dat werk had voorgesteld. In den mede zeer zanderigen vooroever van den polder Everinge, behoorende tot de watering van Ellewoutsdijhopenbaarde zich in de maand Eebruarij 1852, na 21 jaren van rust, eene oever- afschuiving ten oosten van den zoogenaamden Zwemersdam. Men bezette dien val dadelijk met een.kraagstuk en vervolgens den oever, wederzijds den val, met zeven dwarss troomsche stukken van 20 el breedte de meesten op afstanden van 50 el uit elk ander, en toch, het jaar was nog niet verstreken, toen er aldaar op nieuw twee oeverafschuivingen tusschen en achter die stukken plaats hadden, misschien van veel grooter beteekenis dan de val van Eebruarijwaardoor de zeedijk in zulk eenen gevaarlijken toestand werd gebragt dat men terstond tot het leggen van eenen inlaagdijkachter het meest bedreigde kust- vak, moest besluiten. Maar er zijn nog meer bewijzen dat er door die soort van werken dikwijls na korter of langer tijd, vallen ontstaan of er naast of in de nabijheid; dat heeft men gezien in 1860 aan Stavenisse bij de bezinking van den Westhavennol en van den Westnol, in welke beide nollen na die bezinking een oeverval ontstond; dat heeft men gezien aan Eieuw-Eoord-Bevelandal waar in 1862 een val ontstond in de nabijheid der bezinking van 1861; dat heeft men gezien aan den Zuidicraaijertpolder in het Sloe bij het haventje van 's Heer Arendskerke. Hier waren in 1859, tot verzekering van het eenig nog aangevallen punt van den oevervier kapitale zinkstukken gelegdop slechts 10 el uit elkander en met eene vrij voldoende steenbestorting voorzien, zoodat men de toekomst voor dien polder zoo goed als verzekerd waande en toch heeft de kapitale dijkval van 19 April 1863, die een groot gedeelte van dat haventje in de diepte sleepte en welligt ook een deel van die stukken zelve medenam, het anders geleerd; eindelijk, om niet verder uit te weiden, heeft men dat ook gezien met den reeds vermelden

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 14