Het is onnoodig op te merken dat die dammen goed inge- spondmet klei bekleed en met beslagwerk moeten worden voorzien om tegen stroom en golf bestand te zijn. 18 Maar om die uitwerking te verkrijgenmoeten er ook flinke dammen met goed bezonken koppen worden aangelegdregt- hoekig op den stroom. Hoe langer die dammenin een be- trekkelijken zin, stand bouden, hoe meer de diepte zal toenemen en hoe grooter het verlies en de afschuivingen zullen zijn die men aan de plaatzijde te wachten heeft. Misschien zal het verkieslijk wezen om de beide kanten over de lengte, in plaats van met aarden beloopen, met rijs— pakwerk op te werken, of althans den kop daarmede te voorzien een en anderals ook de hoogtehangt geheel van plaatselijke omstandigheden af. Zoo men niet op de kosten moet zien dan make men ze zoo hoog mogelijk, althans tot het hoogste punt der plaat. De kruin wordt bij voorkeur waterpas of anders iets naar achter rijzende doorgetrokken. Indien men aardenbeloopen maakt daalt hij af naar den kop, onder aan te geven beloop. De kop rust op het rijszinkstukwaarvan de lengte en breedte nader worden bepaald. De kosten van die dammen zullen zeker ook niet gering zijnmaar de meest suffisante zullen evenwel de som van 20,000 a 25,000 niet te boven gaan. Er zullen er in tusschen zijn die veel minder kosten. Men beschouwe deze opgaven slechts als hoofdtrekken die voor wijziging, naar mate van de behoefte, vatbaar zijn. „eenige diversie in het getij te maken zoude zijnstrekkende tot verligting „van den walkant, bestaande in 't maken van rijshoofden tegen of op de plaat, „in dezer voege te bewerken, hoog van voren en niet leidende, die na allen „schijn veel getij naar zich zoude trekkeninzonderheid als de magt des strooms „nog gantsch niet is overhellende na den walkantenz. Die schrijver schijnt intusschen meer stof te hebben gehad tot bezwaren dan tot verdediging van zijn stelling.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1866 | | pagina 17