76
zigd voor de grafelijke rekeningen, die tot 14-73 dit merk
meermalen vertoonen
PI. XII, n°. 17 en 18. Deze beide IJ's van kleiner
formaatdie slechts weinig van elkander verschillenvindt
men tusschen 1435 en 14-65 herhaaldelijk terug in de ar
chieven van HollandBrabant en Zeeland. De eerste trof
fen wij aan in de rekening van den rentmeester van Zeeland
bewesten Schelde over het jaar 1452 de andere in stede
lijke rekeningen van Middelburg van 1462 en 1469. Te
's Hage komt de kleine IJ al voor in een rekeningboek van
heft jaar 14-35 naderhand met geringe variaties in de reke
ningen van AmsterdamSchoonhoven en Kennemerland van
1446 tot 14-65. Ook te 's Hertogenbosch ziet men haar
in de rekeningen van het Lieve Vrouwe broederschap over
de jaren 1456 14-59 en 14-62. In het laatst der 15d0
eeuw schijnt het papier met de IJ ook bij de eerste druk
kers in Nederland zeer in trek te zijn geweestde boeken
toen te Utrecht, Delft, Gouda, Deventer, Brussel en Leu
ven gedrukt, leveren daarvan het bewijs 2).
PLAAT XIII. A la mainpetit a la mainmain
fleurie" waren namen ter aanduiding van een bijzonder
papiersoort, welke, al lang voor den aanvang van den nieuwe-
ren tijd ontstaan, van geslacht op geslacht overgeplant,
tegen het midden der 18e eeuw nog voortleefden in Frank-
Sotheby o. 1. bl. 19. Hij trof echter deze soort van IJ to 's Gra-
venhage niet vroeger aan dan in 1468. De groote IJ vindt men ook in de
eerste drukken te Utrecht van Ketei.aek en van LeuMPr. Zie Jansen
I, 391.
2) Door de verwarring van de P met de IJ is hot niet duidelijk in
welke van de eerste Haarlemsche drukken Koning de IJ heeft ontdekt. Al
leen van den tweeden of laatsten druk van den Latijnschen Spiegel onzer
behoudenis blijkt het, dat die nitgave is gedrukt op papier met de IJ.
Van de buitenlandsche incunabulcn vertoonen alleen enkele drukke n van
Guldenschafj? en Uleicii Zbll te Keulen dit papiermerk, dat dnseven
als de P, gezegd kan worden meer bijzonder in de Nederlanden te huis te
zijn geweest.