Ill
Al lang voor het einde der middeleeuwen had men dus
ruimschoots gelegenheid om zoo wel voor particulier gebruik
als voor instellingen van publiek gezag in het groot en in
het klein zich te voorzien van een artikeldat eene der eerste
behoeften van de zamenleving was geworden. De uitge
breide handeldie hierdoor in het leven was geroepen en
die niet dan door invoer op groote schaal kon worden ge
voed, had echter al spoedig aanleiding gegeven tot be
drog van de zijde der papierhandelaarshetwelk reeds ten
jare 15-30 door strenge plakaten moest worden te keer
gegaan. Den 10. October van dat jaar werd van wege den
keizer in deze landen het gebod afgekondigddat niemand
van wat natie staat of conditiein Holland en de overige
gewesten van de Nederlanden zoude mogen invoeren of ver-
koopen andere witte papieren dan diewelke deugdelijk wa
ren en op beide zijden, zonder te vloeijenkonden wor
den beschreven. Al wie van zoodanig slecht papier was voor
zien moest het binnen zes weken wederom uitvoerenop
straffe van confiscatieboete van een gouden reaal en
verbeurte van het regt om ooit hier te lande weder papier
te mogen verkoopen. Ook nu werd wederom het bedrog
door het namaken van de watermerken gepleegd. Om de
valschheid te dekken deden de kooplieden het slechte papier,
zoo als de woorden luiden van het plakaat n teyckenen van
de mercken ende teyckenenwaermede men in voorleden ty-
den den goeden papieren geteyckent heeft 1).'"
en raad beraadslaagd om er voor het eerst eene boeckdruckerye" op te rig-
ten en daaraan de noodige privilegiën te verleenen. Vóór dien tijd had men
in de stad geen gesworen boeckprenterzoodat Reigersberg zijne kronijk
van Zeeland in 1551 heeft laten drukken te Antwerpen. Zie de mededeelin-
gen van inr. S. de Wind in het opstel van mr. A. C. Holtius Het Wis-
hjsche zeeregt in de Nieuwe bijdragen voor re gis geleerdheid en vj et geving
IV, bl. 427.
Groot placaatboekII, 2057.