lijk bequame arbeiders daartoe souden syn te bekomen."
Dit belette hun evenwel niet om den 3 Maart 1594 we
derom verlenging van het octrooi met vijf jaren te vragen
tot het maken van witte, witgraauwegraauweblaauwe
en bordpapieren.
Een ander Alkmaarder, Henkik Jansz. Clock, misschien
de zoon van den hierboven vermelden Jan Henkiksz, die
door het octrooi aan Jan Jacobsz verleend verpligt was
elders zijne nering voort te zetten, verzocht nu ook ten jare
1591 aan de staten van Utrecht vergunning om in die pro
vincie een papiermolen te mogen erigeren alsoo tot Alckmaer
twee gelijke molens souden wesen geconsenteertden eenen bin
nen die stede aldaerdie gemalen wordt met peerden ende
een ander buyten de voorsz. stede, gemalen metten wynde J).
Aan zoodanigen molen, door windkracht of paarden in be
weging gebragt, moet ook worden gedacht bij het request
■van Gkegorie Gillis koopman en ingezeten van Middel
burg, hetwelk door de staten van Zeeland den 2 Junij van
het jaar 1595 in behandeling is genomen. Hij verzocht
daarbij octrooi voor den tijd van twintig jaren om een of
meer graauw papiermolens over geheel Zeeland te mogen op-
rigten met verbod aan alle anderen om eenige dergelijke ma
nufacturen binnen den lande na te maken. Den 6 Junij
werd hem zijn verzoek toegestaandoch voor niet langer
dan tien jaren en onder gehoudenheid om ,,'t effect van
tzelve octroy int werck te stellen binnen den tvt van een
jaer naer date deser, op poene van daerof gefrustreert
te worden 2)." Of die molen tot stand gekomen is kun
nen wij niet met zekerheid zeggendat er omstreeks
dien tijd onder Middelburg een papiermolen heeft bestaan,
115
1j. j. dodt van Flensburg, Berk/ten aangaande het molemvezen hier
te lande in de XVI' eeuw geplaatst in het Tijdschrift voor geschiedenis
oudheden en statistiek van Utrechtjaargang 1841, bl. 389, 391393 en
426. Vergelijk ook de NavorscherIV, 343.
2) Notulen der staten van Zeelanda°. 1595.