117 tevens blijktdat omstreeks dat jaar dergelijke molen door zekeren Jan van Schuren gesticht werd „op eenen spronck onder aan den berch dairt gericht van Hattem staet." Als eigenaar van dien molen of molens wordt later genoemd mr. Pieter, van den Hoeve die zich „generende was met pappier maecken op seeckere pampiermoelendie mit waeter wordt omgedrevenbij Hattem gelegen en geen ander mid del wist om den molen gangbaar te houden, dan door omtrent denselven moeien te stellen een clevn wyntmoelentgen om doer denselven te mehrer waters op het ratt te brengen," waartoe hem den 25 April 1609 door de rekenkamer con sent werd verleend. Den £6 Februarij 1606 werd tusschen de rekenkamer en de gedeputeerde staten van het Yeluwe kwartier een vergelijk getroffen wegens het water van een vol- en papiermolen onder Barneveld den Mei 1609 werd ook aan Gerard Hackforth vergunning verleend om op den grooten beek in die gemeente een molen te zetten, dien hij naar zijne keuze tot laken vollen papier maken of hen nep kippen kon gebruiken J). In den loop van het jaar 1606 had Marten Orges, die volgens de overlevering uit Frankrijk om des geloofswille ge- vlugt was, van de geërfden der Lierdermavk onder Beekber gen de bewilliging gekregen om aldaar een „pappieren moel- len" te doen timmeren. Het duurde evenwel tot het jaar 1613, eer hij in de buurschap Ugchelen onder genoemde gemeente zijnen papiermolen opgerigt had 3). In zijn graf schrift, hetwelk in het koor der kerk te Beekbergen wordt bewaardwordt hij genoemd den olsten pappyeremaecker Deze en de yolgende bijzonderheden omtrent de oudste papiermolens in Gelderland zijn ontleend aan de hiervorer. reeds aangehaalde Statistiek van Gelderlandbl. 446455. 2) De brief, waarbij Maktun Okgks de erfpacht van dien molen aan vaardt, gedagteekend 9 Februarij 1613, is in zijn geheel medegedeeld door Is. An. Nyhoff in zijne Bijdragen voor vadert, geschiedenis en oudheidkunde V, bl. 90—92.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1869 | | pagina 153