11
ken afkomstig uit het voormalig archief van Buren berus
ten beschreven papieren van het jaar 1354 terwijl on
der diewelke tot de archieven belmoren der Duitsche orde
balye van Utrecht, dergelijke brieven al van 1353 voor
komen 3). Het rijks-archief te 's Gravenhage bezit een pa
pieren document van het jaar 1346 sinds welken tijd in
den regel alle grafelijke rekeningenalthans het dubbel
daarvanop papier werden geschreven. Ook in Zeeland
was dit reeds voor het einde der 14e. eeuw het gebruik
van alle rekeningen van rentmeesters, bailliuwen en verdere
grafelijke officierenzoo mede van die der thesauriers bij de
gemeenten, vindt men sedert dien tijd het eene exemplaar
op perkament, het andere op papier; de poortersboeken
registers van verbandengilde-akten en dergelijke beschei
den werden voortaan uitsluitend op papier geschreven.
Bij de in die tijden vrij omslagtige wijze van beheer, die
in alle takken van bestuur eene menigte schrifturen noodig
maaktedoet zich van zelf de vraag voorwaar onze voor
ouders, die ook tot het schrijven van boeken meer dan in
eenig ander land destijds daarvan gebruik maakten s) dit
in het dagelijksch leven dus onmisbaar geworden artikel van
van kunsten en wetenschappen in Noord-Bralandover de jaren 1843 en 1847.
Volgens een brief, aldaar mede te vinden bl. 90, den 5 November 1805
door den archivaris van Wijn aan int. G. Hultman algemeen secretaris
van staat der Bataafsche republiek, geschreven, zoude te Mons een papieren
charter voorhanden zijn van het jaar 130S, dat de oudste datum op het pa
pier was, dien van Wijn in de Nederlanden had gezien.
Kronijlc van het historisch genootschap te Utrecht, 1857 (XIII), bl. 81.
2) Epist. ad Meerm., p. 101105.
3) Het verdient opmerkingdat oudtijds in de Nederlandenwaar het
papier niet inheemsch wasmeer papieren boeken werden gevonden dan bij
voorbeeld in Frankrijkdat door eigen industrie in die behoefte voorzag. In
de bekende bibliotheek der hertogen van Bourgondië te Brussel staan de
oudste boeken op papier geschreven tot die op perkament als een tot vijf,
in de bibliotheek der Louvre daarentegen als een tot acht en twintig.
Het blijkt daaruit, dat in de 14®. en 15®. eeuw bij de boekenliefhebbers de
papieren boeken geenszins achterstonden. Zie Paul Laoeoix, o. 1., pag. 40.