143
het gif in overvloed ontwikkelt en daarvan doordrongen is.
Al wat met dien grond in voortdurende aanraking ver
keert hygroscopisch en een goede geleider is voor vochtigheid
wordt van dit gif doortrokken en uit dien hoofde kan met zeker
heid worden aangenomen dat de zorgeloosheid in het optrekken
van de verblijven en woningen in vroegeren tijdzonder
acht te geven op eene doelmatige hoogte van het vlak van
opbouwingop de geaardheid van den ondergrondop de
hoedanigheid van den steen, van de metselspecie en van het
water daartoe gebezigdom niet te spreken van de volstrekte
onverschilligheid omtrent eene doelmatige inrigting, ligging,
lucht- en lichttoelreding van de woningeneene voor
name reden is van de uitwerkingen der malaria op de ge
stellen van hen, die er zich duurzaam of tijdelijk in ophou
den. Want het zijn niet de hier en daar zich ontwikkelende
uitwasemingen, die dikwijls onder begunstigende omstandig
heden op onaangename wijze tijdelijk de reukorganen aan
doen, die uitsluitend te beschuldigen zijn 1). Laat toch
een werkman er den ganschen dag aan zijn blootgesteld, hij
zal onder overigens gunstige levensverhoudingen op zich-
zelve daardoor geen nadeel aan zijne gezondheid zien toe-
gebragt; laat hem echter op een bodem, waaruit die exlia-
latiën voortkomenook al treffen zij niet de reukorganen
zijn verblijf houden deze zullen alleen reeds hem aan ziekte
blootstellenmaar te zekerder naar mate zijn gestel door
bijkomende oorzaken minder wederstand zal kunnen bieden
aan den killen miasmatischen opslag, dien de bodem aan
zijne woning mededeelt. Om de gegrondheid van deze be
wering te staven zal het voldoende zijn te wijzen op het feit
dat de min of meer gunstige verhoudingen voor de gezond-
J) Wij willen hierdoor niet geacht worden den nadeeligen invloed van
miasmatische en mephitische exhalatiën voor onschuldig te houdendaar het
maar al te zeer bekend is dat de nabijheid van een kerkhof, van mestvaal
ten, van drasliggende grachten enz. de aanleidingen kunnen worden tot ty-
phus-ontwikkeling.