A. Rekening van 1826. 150 de oorlog den moed liarer ingezetenen meer en meer aanwak kerde om hunne vrijheden en nationale instellingen tegen hunne onderdrukkers te verdedigen en te handhavenmoes ten mijns inziens wel belangrijk zijn en wel waard om aan de vergetelheid te worden ontruktdaarom maakte ik ge bruik van het mij door Heeren Burgemeester' en Wethouders van Rulst gegeven verlof om het archief te bezoekenen schreef de twee oorkonden die ons van vóór 500 jaren spre ken die ons Rulst leeren kennen zoo als het vóór vijf eeuwen wasgetrouw over aterwijl ik hier en daar heb getracht den tekst toe te lichten en met aanteekeningen te voorzien. In noiê ptris et filij et spö sci amen l Cputatio scabinör (e) anno dïïi millo ccc vices sexto. In den eersten beghinnë hebben wi ontfanghen van achter stellen die ons scepên overghaven van den molenghelde waeraf dat de summe liep xxxi ffi iij s. viij gr., des blivet noch in achterstellen dat wi over gheven op ghenoemde psone gheliic dat ment ons over ghafxiij ffi x s. x gr. Aldus blivets ons ontfanghxvij tl' xij s. x gr. It hebben wi ontfangh van den assisen van der portcccciiij**iiij It hebben wi ontfanghen van der port goede dat gaft cv ffi. It hebben wi ontfangh van gheleenden ghelde dat ons onse ports dleenden x 61 xviii s. x gr. It hebben wi ontfanghen van meest Jhan Soymanne ciii ffi xvi s. twelke ghelt hi der port gheleent heift bi vor- worden up xxx s. grote tsiaers te lijfrentendie men weder af mach lossen sonder eneghen cost tusschen den tiit van nu (a) Den heer Secretaris betuig ik mijn' dank voor zijne bereidvaardig heid en hulp. (5) In den naam des Vadersdes Zoons en des H. Geestesamen. (c) Cputatio Scabinor computatio Scabinorum, Schepenen-rekening. [d) Porters poortersburgers.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1869 | | pagina 186