183
godsdienst was eene kapel aan II. Petrus gewijd; zij lag tot meer
dere zekerheid op het eiland gevormd door de haven, door haar
westelijk verlengde (de spuiboezem) en de gracht, die de stad in
't noordwesten omringde. Van deze kapel is echter m. i. geene sprake
meer; ik durf het er voor houden dat de tegenwoordige kerk als
parochie kerk toen reeds bestond, doordien de pastoor er van
als „prochiepape" reeds voorkomt. De op bl. 159 genoemde .,Zente
Willïbrords Capelrie" zal wel in die kerk geweest zijn want aan
dien Heilige heeft men later de geheele kerk gewijd, zoo als zij
nu nog is.
Het oude wapen van Hulst vóór 1334 was dan ook een schild
met een man (St. Willebrord) in bisschoppelijk gewaad; aan
zijne rechterzijde is een ander beeld staande op een' draak, heb
bende boven zijn hoofd een kruis, omvlochten met een' hulstertak,
eri houdende eene rol met het opschrift: St. Willibrordus-, het
randschrift tusschen hulstertakken geplaatst, luidde: Siyillum scabi-
iiorum oppidi de Hulst' a
Bl. 151(3). Door eene groote vlek zijn hier eenige woorden
onleesbaar geworden.
Bl. 151, (4). Maijsnide zal wel het zelfde zijn als Meisnieden
en Mesniede uit de 2". rekening. In de keuren van de ambach
ten, die .men in 1441 te Sluis uitoefenen mogt, zie Bijdragen
tot de Geschiedenis en Oudheidkunde voor Zeeuwsch Vlaanderendeel
VI, bl. 160, komt ook het woord mesnieden voor, dat huisgezin"
beteekent, of beter gezegd „het gevolg van den Vorst of Heer."
Bl. 151, (s). Laur. van de (den) Putemisschien verwant
aan Oath". van de Putte f 14 apr. 1322, vrouw van Olivier van
Axel, ridder; haar wapen was „d'asur d 3 annelets d'or," en aan
Willem van de Putte, wiens dr. Geertruida, wede. van Boud. van
Steeland, ridder, huwde Pilips, Heer van Axel en Saamslag, rid
der, ruwaard van Vlaanderen in 1324, wed', van Marg". dr. van
Jan Hr. van Heijle; in de XIV eeuw waren volgens de l'Espinoy
velen van dezen naam schepenen van Gent, zoowel van der keure
als van den gedeele (des Parchons.)
Bl. 151 Misschien behoorde deze Willem Braem tot het ge
slacht „Braem gez. Vilaiu," even als de later gen. Jan van den
Zie A. J. van dee Aa, Aardrij/csk. woordenl.; artikel Hulstwaarin
wijlen heer de Potterveel belangrijks over Hulst en Hulsterambacht heeft
opgeteekend.