186
kaart de twee Havicpolders zie, die misschien door hem ook in
gedijkt, oorspronkelijk Ellic- of Hellicpolders zullen geheeten hebben.
In 1399 woonden er te Hulst een Jan Bllic, een Jan Ellic
de jonge, een Pieter, een Jacobus Ellie, en een Clais Helink en
in Axel in 1532 een Jan en in 1533 een Jacob Hellic.
BI. 154, (14). Hugo van Gent. Een Laurens van Gent was
in 1399 schepen van Gedeele te Gent. Hij voerde Gent (Gand)
gebroken met 3 roode sterren in 't zilver schildhoofd. Tot dit
geslacht behoorde denkelijk ook de op bl. 160 voorkomende Oli-
viere van Ghent over sire moed."
Bl. 155, (13). Plemente moet zijn plemente d. i. parlemente,
dagvaard.
Bl. 156, (10). Lettende, Terwen zegt in zijn Etymolog. handlob,
der ned. taaldat letten bij Kiliaan wordt verklaard door ver
toeven; de bode moest dus te Gent vertoeven tot dat hij 't and
woord van den bail luw had.
Bl. 156, (I7). Clais van der Molen is ongetwijfeld een' geweldi
gen dood gestorven, dewijl de Stad onschult ging doen zoowel
voor den Schout als voor de „ghemeene" poorters. Onwillekeurig
denk ik hier aan de woorden van den Baron Kervijn de Lettenho-
ve in zijne Histoire de Elandre: „il est triste de devoir, en s'oc-
cupant de l'kistoire du XIVe. siècle, chercher a chaque pas a
dévoiler le mistere des crimes les plus affreux".
Bl. 156, (18), Huge I zoon van Zegher II van Kortrijk was
geh. met Oda dr. van Eudes gezegd „le Ghampenoys" doordien hij
heer was van Champagne zie (7) van bl. 184.
In 't land van Waes lag vroeger ook eene heerlijkheidCham
pagne genaamd alsmede eene genaamd Braspolder; zie van den
Bogaerde, land van Waes.
Misschien staat de reis van deze twee heeren naar Rijssel, om
andere wet, dat is een ander bestuur, andere schepenen te hebben
in verband met wat we op bl. 165 lezen over „der onrusten (op
roer) die in de stad geweest ivaren
Bl. 156, (l0). Het woordje crancslaat hier niet op „den
scoutate" alsof die toen ziek was, maar op dese letten van ghe-
leede( en wil dus'zeggen dat de brief niet goedniet voldoende
niet zeker genoeg was, waarom de stad hem dan ook letvaster,
dat is zekerderduidelijker liet maken.
Bl. 157(20). Eelo is door Guy van Dampierre in 1324 tot eene stad
verheven; hij stelde er een burgemeester en negen schepenen aan.