187 BI. 158, (21). Heer van Axle is ongetwijfeld Eilips, in 1324 ruwaard van Vlaand., zoon van Eilips van Axel ovl. 17 April 1321 en Agnes erfvrouw van Saamslag; hij verkocht de heerlijkheid Saamslag in of vóór 1355 faj aan Gillis III van Zuijlen van Schout- heete, erfachtig' Schoutheete (Schout) van Lokeren, Hacknam, Waes- munster en Elverseele. BI. 158, (22). Brief van Wedricshuse. Een Vredericshuse stond te Schiedam, waarop misschien de stad eene rente had. Naar alle waarschijnlijkheid behoorde en was het genoemd naar Erederik, rentmeester van Zeeland Beoosten en Bewesten Schelde. BI. 159, (23). Viersele Vierzeelemisschien Vlierzeéle niet ver van Oosterzeele in't oude graafschap van Aelst; het reeds genoemde Westcele, heb ik niet kunnen vinden. BI. 159, (24). Huijgersluis "vroeger een dorp en heerlijkheid tusscheu Axel en Neuzen, denkelijk wel gelegen aan de vaart tus- schen die twee gemeentenmisschien draagt de tegenwoordige Sluispolder naar dat spoorloos verdwenen Huijgersluis wel zijn naam. Hugo van Steeland en zijne vrouw Eglinae „vendidit mo- nialibus de loco beatae Mariae in Busco quinque meusuras terrae iacentes apud Huijgersluijs in de Scelveringe coram scabines officy d'Assenede in 1236 mense december, d. i. heeft verkocht aan de nonnen van het maria-klooster te Bosch [nonnebossche] vijf gemeten lands, liggende bij Huijgersluis in de Schelveringe ten overstaan van de schepenen van Asseneder-ambacht. In het Aardrijkskundig woordenboek der Ned., door A. J. van der Aa, staat: dat Huigersluis lag in de Zoute tusschen Axel en Neuzen; het zal moeten ziju aan de Zoute of Zoutvliet den weste lijken tak der oude Blyee, die later tot een kanaal opslibte, dat Neuzen langs Axel en Overslag in gemeenschap met Gent bracht (c); misschien spreekt men van Huijgersluis in het toltarief van Sept. 1235 onder den naam: „ad Sanctum macharium" (te Sinte Machariuskerk); (a) Een acte te Saamslag geteekend 3 Juni 1355 luidt: „ic, Gilles den Schoutheete van Lokerenheere van Saemslach enz". (b) Scelveringezeker een deel van de zoutéewaar veel scelf d. bies of riet groeide. In Schouwen heeft men ten Z. der oude Helchersee (Eikerzee) den zoogenaamden Schelphoek verbasterd van Schelf hoek, de hoek der Hel cliersee waar veel scelf [riet) of hies groeide. (c) Zie over dit kanaal mijne Oudste rekening der stad Axel 1492'93", te vinden in de werken van het historisch Genuotschapgevestigd te Utrecht. 1868 (XXIV jaargang).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1869 | | pagina 223