B. 134:1. 191 BI. 170, Mourstraten. In den Almanak der Diederiks voor 1869, jaarboekje der letterkundige af deeling van de maatschappij Diederih van Assenede te Assenede zegt de heer F. de Potter, dat een zeker deel van het lage land van 't Asseneder-ambacht, in 1348 bekend was onder „de oude mourstrale." In mijne aanteekeuingen op dat stuk onderstel ik, dat dit oude mourstratena de stichting van eene kerk, denkelijk wel den naam van mourkerke, zal ontvan gen hebben zoo als werkelijk een dorp van dien naam eenmaal in Assenederambacht lag. Zie „Aloude gesteldheid van Zeelanddoor dr. J. ab Utrecht Dresselhuis. BI. 171, (42). Asuwen zeker ijsuweieder poorter of poortige die trouwde en elders ging wonen, was verplicht den tienden penning te storten van al zijne goederen a BI. 171, (43). Het Eng. woord Frocke vond ik vertaald: vëtement de dessus que portent les rouliers; „froclaken" zal dus zijn overla- ken," het laken dat voor de opperkleederen, in 't algemeen voorde kleederen der beambten gebruikt werddie voor rekening der stad ge kleed werden, zoo als nu nog met de politie-agenten 't geval is; 150 jaar later komt dit laken in de stadsrekeningen voor onder den naam van keerlelaken. Meijers Woordenschat geeft: „fokke, de bovenste rok, opperrok." BI. 172, (44). Tsgrave steen is 's Gravengevangenisdenkelijk zal dat gebouw wel in de steenstraat gestaan hebben, die er dan zijn naam van heeft ontvangen; het huis thans bewoond door mevr. wed. Verdunnen, vroeger de refuge van de abdij der Duinen ziet er een oud gebouw uit, misschien wel het oude steen. BI. 172, (43). Een mare ridder is een ridder, die eene mare, eene boodschap of eene tijding overbracht. BI. 172, (40). De watergraaf van Vlaanderen was toen Willem van Artevelde, zoon van Willem, volle neef van den volksman Jacob. Baron Kervijn de Lettenhove geeft in zijne Histoire de Flandre, généalogie van Artevelde, den naam van deze dochter ook niet. BI. 172, t4'). De ruwaard Filips van Axelliet wel een zoon na, Zie Oudste stads-rekening van Sluis door J. H. van Dale, in meerge melde Bijdragen tot de oudheidkunde en geschiedenis inzonderheid van ieewwsch-Vlaanderen dl. IV bladz, 151.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1869 | | pagina 227