208 ook de bailliu Michiel van Baarlant, en daarna zelfs nog zijn zoon en opvolgerJohan van Baarlant menigwerf ontegenzeggelijk hebben doen blijken. Dit een en ander te zamen genomen zijndezal men zich wel niet zeer behoeven te verwonderen, dat de regeringsleden, als geërgerd over de politieke bemoeijingen van de predikanten en aangehitst dooi de geneeskundigen onder lien, zooals dr. C. A. Zoetwater en H. Smallegangealle middelen in het werk gesteld heb ben om de beide Lansbergen uit hunne betrekkingen in hun midden te doen verwijderenen waarin zij dan ook geslaagd zijn, naardien de oude Lansbergen door zijne stoute bewe ringen op natuur- en sterrekundig gebiedwelke destijds in strijd met den bijbel naar men voorgaf, als kettersche gevoelens werden uitgekreten, mede bij de godgeleerden niet dien steun vondwaarop hij als een verlicht en getrouw evan geliedienaar allezius aanspraak had. Uit de hierbij overigens onder de Bijlagen gevoegde offi ciële stukken zal intusschen overtuigend blijken, hoe partij dig de beide Lansbergen behandeld en gevonnisd zijn, daar zelfs hun aanbod en hunne belofte, om „haer in allis te ge- draghen als trouwe dienaers des woorts ende gehooisame ondersaten betaemt-dat sy oock gantsch van meyninghe syn daerin te continuërenverclarende als anathema die „anders souden willen doen, ende om alle suspiciën ende quaed nadencken ten aensien van den toekommenden tyt te voorkommen (soo vele in hen is)dat zy bereydt syn in handen van hare E. Overigheden zelve hare belofte met so- lemnelen eede te bevestighen ende specialyck van voortaen „niet meer aen te spreken de kiezers van de E,.Magistraat (hoewel sy andersins meynden dit te vermoghen)maer de zaecke alleenlick den Heere te bevelenoock haer te ontliou- den van de pracktycke der medicynensoo lange sy in den „kerckendienst syn, behoudende nochtans het recht, datsy daertoe pretenderen te hebben" hardnekkig verworpen wer den. (Zie de Kerkelijke procedure, bl. 353 356 en 357).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1869 | | pagina 244