225 soodanich gesustineerde teenemael notoir is, gelyck onder anderen wel wert geremarqueert a Paulo Seeveto, ubiait, si peccatïï quod- vis sufficit ad fundandam jurisdictionem ecclesiasticamiam ad ecclesiasticos attinebit judicare an pretium frumentis et mercibus im- positii sit peccatïï nee ne, ac proindë jubere ut dematur aut relin- quatur, an pignorari sit cu injuria nec ne, an mandatïï aliquod de incarcerando violentu sit ac injustü; nam et his peccatïï adest; an vestitus muliebris sit scandalosus, an aliqs in mensa sua sit pro- digus vel avarus haec In. oia peccata sunt et quemadmodu de regnor oiïïm gubernatione poterunt inqrere, sic de cujuscunq. domus oecono- mia cognoscere ut si patres suos regant filios, ut mariti cu uxo- ribus agant ac tandem quia nulla est actio vel negotiü publicü vel privatü, quod in peccatum non cadat, si judicis ecclesiastici sit judi care de eo illudq. probare vel prohiberetune aulam,forïï, oësq. domus in episcopatu tentare oportebit: quae consequentia sicut ex hac doctrina deducuntur, ita bonu erit eas attente ab aliis considerari ad quod vere spectant. Ende nam. dat de Magistraten en officiers int exerceren van haer officie niet en syn subject eenighe kkelycke censuren, tselve hebben de papistische parlementen van Yranckryck wel derven verclaerenals blycken can by de arresten gegeven in den jaere 1399 tot voordeel van de konincklycke officieren tegens den Eerdtsbischop van Koanen; item in den jaere 1507 voor den secretaris van Coninck tegens den bischop van Parysen alst van node waeresoude connen betoont werdendat oock de graven van Holl' en Zeel'synde onder tjock van het pausdomevenwel seer sorghvuldelyck hebben bevordert, dat men de magistraten int uyt- voeren van haer ampt door geen gepretendeerde geestelycke censuren en soude verhinderensynde buyten alle apparentie dat eenighe ge reformeerde kkendienaers nu iedt sulex van de overheyt souden derven pretenderen, twelck de papistische geestelycke niet en heeft connen te wege brengenmaer behooren haer daermede te laeten contenteren, dat indien sy iedts meenen geremarqueert te hebben in de actie van de Magistraet van haer stadttwelck beteringhe van node heeft, en door particuliere vermaninge niet gerecht en heeft connen werden, dat sy tselve eerbiedentlyck mogen remonstreren aen hooge overicheydt die sulx toestaet te remediëren. Dit alles gepremitteert syndesoo volght hier uytdat indien eenige kkendienaers, hetwelck niet te verhopen en is (en Godt wil verhoeden) met der daat en obstinatelyck quame te contraveniëren de voorss. wel gefundeerde resolutiesulex dat deselve eontraventie Archief VII. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1869 | | pagina 261