39
PI. IV, n°. 2 en n°. 3. Laatstbedoeld merk te 's Hertogen-
boscli heeft veel overeenkomst met den draakdien wij onder
deze twee nommers hebben afgebeelden welke beiden genomen
zijn uit twee verschillende brieven van Jan van Beijeren aan
Floris van Borsselen, zijnen rentmeester van Zeeland beoosten
Schelde, geschreven in den Haag en gedagteekend u op Sinte
Jacops-avont apostel int jair ons hen MCCCC vierendetwintich."
Omstreeks dienzelfden tijd, in 1422, komt papier met dit
merk nog voor te 's Hertogenbosch; in de grafelijke rekenin
gen te 's Gravenhage wordt het eehter niet aangetroffen. In
Gelderland was het ook in de 15de eeuw bekend; tegen de
helft dier eeuw hield het gebruik daarvan in de Nederlan
den op J).
PI. IV, n°. 4. Het lam Gods, ,t agnus Dei, qui tollit
peccata inundidoor meer dan één bisschop in zijn wapen
opgenomen en ook bij ons te lande op de oude grafelijke
munten meermalen voorkomende, vond niet alleen zijne plaats
in het vrome gemoed van den middeleeuwschen papierfa-
briekant; door zijne hand werd het ook overgebragt op het
fabriekaat, dat al in 1356 met dit filigrane prijkte, volgens
de mededeelingen van Ottley, die het, hoewel verschillend
van het onzete 's Hage in de rekeningen van dat j aai
en in die van 1376 en 1377 heeft gezien.
Volkomen gelijk aan het onze, dat wij in het schutblad
der rekening van den rentmeester van Zeeland beoosten Schelde
over het jaar 1421 hebben ontdekt, vindt men dit merk in
de grafelijke rekeningen op het rijks-archief over de jaren
1403 en 1404.
PI. IV, n°. 5. Het kleinerekeurig uitgevoerde Gods-
lam, is een facsimilé uit de stadsrekening van Middelburg
over 1453.
Als schrijfpapier werd het in die eeuw hier te lande niet
In de eerste drukken van Jknson te Venetië komt meermalen het merk
toor, op onze plaat onder n°. 1 medegedeeld.