50 welken wij op deze en op de volgende plaat een paar dozijn voorbeelden hebben medegedeeldvoert ons wederom in liet hart der middeleeuwen terug. Breitkopf ziet er niet ten onregte een merk in dat uitsluitend in Duitschland te huis behoort De Holbeinsehe molen te Ravensburg aan de Elatterbeek zoude reeds in 1-301 papier met den ossekop hebben voortgebragt 2). In 1310, 13li en 1312 was dit merk echter al in Frank rijk doorgedrongenzonder dat het blijktof het uit ecne vreemde of uit eene inlandsche fabriek afkomstig was 8). In laatstgenoemd jaar werd het ook in Duitschland reeds vrij algemeen gebruikt. In de Nederlanden vindt men den osse kop het eerst in eene Geldersche rekening van het jaar 1310, daarna in de grafelijke rekeningen te 's Hage van 1354 Breitkopf, o. 1., 110. J) Volgens liet llluttrirtes Familiën-journalhicrvorcn bl. 28, aant. 2 reeds aangehaald. De schrijver van dat artikel zegt, dat de ossekop her wapen der Holbeins was, terwijl de inzender van het artikel, de heer J. 11. van Lknnep niet onduidelijk te kennen geeft, dat hij voor zich van oordeel is, dat aan de familie Hoj,bkin de eer der uitvinding van het filigrone moet worden toegekend. Hij heeft echter niet gewetendat ook in Frank rijk al in 1301 rekeningen op papier met een ander watermerk (hiervoren bl. 19 vermeld) werden geschreven. „Maar," zegt hij „in ieder geval heefi men nu een middel ter tijdsbepaling van zoodanige oorkonden uit vroe- geren tijd, welke niet gedagteekend zijn, ofschoon het heel wel mogelijk isdat men oud pupier zonder watermerk bezigde in een tijddat deze mer ken reeds in zwang waren." Hierop kan worden geantwoord, dat van liet thans nog bewaard gebleven linnenpapier, ja zelfs van het katoenpapier, geen voorbeeld is bekenddat daarin het watermerk wordt gemist. Zie hiervoren bl. 20. Hoe ouder het papier isdes te zekerder kan men zijndat liet water merk er in wordt gevonden. Wat oudtijds een vast gebruik en eene algemeene gewoonte waswerd later bij reglementen voorgeschreven. Papier zonder watermerk behoort dan ook tot de 19de eeuw onder de zeldzaamheden. In de 16d» eeuw heb ik zoodanig papier slechts tweemaal onder de oogen ge had; al de bladen, waarop de stedelijke rekeningen van Middelburg over de jaren 1545 en 1549 zijn geschreven, vertoonen geen papiermerk. En dit is zeer opmerkelijk. 3) Jansen I, 363, 364. Hij vond ook den ossekop zonder stang al in Ttaliaansche handschriften van het jaar 1373; o. 1. I, 349.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1869 | | pagina 62